Header afbeelding
Gezondheidscentrum Molenweg
Molenweg 60 4651 CM
Steenbergen

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Medische encyclopedie > Geneesmiddelen zoeken > Geneesmiddelen overzicht > tegafur met gimeracil en oteracil

Inhoud

tegafur met gimeracil en oteracil

Tegafur is een kankerremmende stof (cytostaticum). Tegafur is niet zelf werkzaam maar wordt door het lichaam eerst omgezet in de werkzame stof fluorouracil (5-FU). Dit remt de groei van sommige tumoren. Gimeracil vertraagt de afbraak van het werkzame fluorouracil, waardoor het langer werkt. Oteracil vermindert de activiteit van fluorouracil in gezond weefsel. Hierdoor verminderen de bijwerkingen van fluorouracil.

Artsen schrijven het voor als chemotherapie bij gevorderde maagkanker en bij uitgezaaide darmkanker.

Wat doet tegafur met gimeracil en oteracil en waarbij gebruik ik het?

Kanker

Kanker is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende aandoeningen, waarbij lichaamscellen ongeremd groeien. Het gevolg zijn tumoren (gezwellen) of afwijkingen in bloed en lymfebanen.

Het is een ernstige ziekte die fataal kan zijn als men er niets aan doet. Dankzij nieuw onderzoek is tegenwoordig goede behandeling van veel soorten kanker mogelijk. Bij snelle behandeling voorkomt u dat een kankergezwel doorgroeit in het omringende weefsel of dat het uitzaait. Bij uitzaaiingen ontstaat kanker op andere plaatsen in het lichaam.

Oorzaak
DNA bevat de erfelijke eigenschappen van ons lichaam, zoals de bloedgroep en de kleur van de ogen. Door het DNA weten cellen wat ze moeten doen. Bijvoorbeeld ook hoe snel ze zich moeten delen. Bij een celdeling ontstaan uit één cel twee dochtercellen, met exact hetzelfde DNA als de moedercel. Als het stukje DNA dat de celdeling bestuurt beschadigd raakt, kan de cel zich sneller gaan delen. De dochtercellen van elke cel bevatten dezelfde beschadiging in het DNA. Daardoor gaan ook deze cellen zich ongeremd delen, met kanker tot gevolg.

Hoe de beschadiging in het DNA ontstaat, is vaak onbekend. Het lijkt soms te komen door chemische stoffen, zoals teer in tabaksrook, of door asbest, alcohol, te veel of te vet voedsel, straling of door een erfelijke aanleg.

Verschijnselen
Kanker is een verraderlijke ziekte. Elke kankersoort veroorzaakt weer andere klachten. In het beginstadium zijn er vaak helemaal geen verschijnselen. Pas als een kankergezwel tegen zenuwen aandrukt, is pijn te voelen. Sommige klachten komen bij vrijwel alle kankersoorten voor, zoals erge vermoeidheid, gebrek aan eetlust en sterke vermagering (bijvoorbeeld meer dan 3 kilo per maand).

Bij kanker van de maag kan pikzwart bloed bij de poep ook een aanwijzing zijn. Bovendien kunt u last hebben van pijn in de bovenbuik en van misselijkheid en verminderde eetlust.

Bij kanker van de darm kunnen ook de volgende klachten optreden: bloed bij de poep, veranderde stoelgang of buikpijn.

Behandeling
De behandeling hangt af van de soort kanker en het stadium van de ziekte. Operatie, chemotherapie met cytostatica en bestraling zijn de meest voorkomende behandelingsmethoden. De artsen zullen de tumor eerst met een operatie zoveel mogelijk verwijderen. Daarna is chemotherapie nodig om de door de operatie losgewoelde kankercellen en eventuele uitzaaiingen te bestrijden.

Artsen schrijven tegafur met gimeracil en oteracil voor bij maagkanker, als de kanker in een gevorderd stadium is. De arts schrijft het voor in combinatie met cisplatine of carboplatine. Dit zijn andere cytostatica.

Artsen schrijven tegafur ook voor bij kanker van de darm, als de kanker is uitgezaaid naar andere delen van het lichaam. 

Effect
Het onwerkzame tegafur wordt door het lichaam omgezet in het werkzame fluorouracil. Dit bindt zich aan het DNA in de cellen. De cellen kunnen zich hierdoor niet meer delen. De kanker wordt zo geremd. Het kan enkele weken tot maanden duren voor het effect merkbaar wordt.

Lees meer over kanker . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Dit medicijn heeft een krachtig werking op de celdeling, niet alleen van kankercellen maar ook van gezonde lichaamscellen. Hierdoor kunnen bijwerkingen ontstaan, bijvoorbeeld op plaatsen waar de cellen zich van nature snel delen. Dit zijn de slijmvliezen van mond, maag en darmen, de huid, de haren en het bloed.

Door de lijst van bijwerkingen kan het lijken dat het medicijn erger is dan de kwaal. Maar de bijwerkingen komen lang niet bij iedereen in dezelfde mate voor.
Bovendien gaan de bijwerkingen na de chemokuur geleidelijk over.

De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)

  • Bloedarmoede, een verhoogde kans op infecties en bloedingen. Neem contact op met uw arts bij: onverklaarbare koorts of keelpijn, blaren in de mond en keel, onverklaarbare bloedneuzen, onderhuidse bloedinkjes en blauwe plekken en extreme vermoeidheid.
    Neem altijd contact op met uw arts bij infecties zoals verkoudheid, keelontsteking, griep, steenpuisten en andere huidinfecties.

    Deze bijwerkingen ontstaan door een tekort aan rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes. Door het tekort aan witte bloedcellen bent u ook gevoeliger voor infecties door virussen, bacteriën of schimmels.
    Tijdens de behandeling zal de arts uw bloed regelmatig controleren. Als er te weinig rode of witte bloedcellen of bloedplaatjes zijn, zal de arts de dosering aanpassen. Het bloed herstelt zich weer als de kuur is afgelopen.

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken, diarree, verstopping, buikpijn, maagpijn, brandend maagzuur en winderigheid.

    Deze bijwerkingen ontstaan door ontsteking van de slijmvliezen van slokdarm, maag en darmen. Om maagpijn en brandend maagzuur te bestrijden, kan de arts een maagbeschermend medicijn voorschrijven. Bij misselijkheid schrijft de arts een middel tegen braken voor. Soms helpt het om vaker te eten, maar dan kleine beetjes.
    Bij een aantal mensen ontstaat ernstige diarree. Zorg dat u extra drinkt als u diarree heeft en moet overgeven. Neem contact op met uw arts als u boven op uw normale ontlastingpatroon vier keer of vaker per dag dunne ontlasting heeft of als u ook 's nachts diarree heeft. Soms is het nodig om uitdroging te voorkomen met medicijnen tegen diarree of een vochtinfuus. Ook als u vaker dan één keer per dag moet braken, moet u de arts waarschuwen.

  • Verlies van eetlust

    Eet u veel minder dan normaal? Overleg dan met uw arts of verpleegkundige.

  • Zenuwproblemen. U merk dit aan een tintelend of doof gevoel in armen en benen of van een branderige pijn in handen of voeten.

    Stop dan met het gebruik en waarschuw meteen een arts.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Pijnlijke mond, tong of keel en zelden droge mond en smaakveranderingen.

    Deze bijwerkingen ontstaan door ontsteking van de slijmvliezen van mond en keel. U kunt dit zien aan een vuurrode kleur van de slijmvliezen. Eten en drinken kunnen hierdoor pijnlijk zijn. In veel gevallen helpt het om op ijsblokjes te zuigen op momenten dat u er veel last van heeft. Tijdens de chemokuur kunnen ingrepen aan uw gebit of in uw mond de klachten verergeren. Vóór u aan de chemokuur begint is het daarom verstandig om uw tandarts uw gebit te laten controleren en eventueel behandelen. Verzorg uw gebit extra goed door een aantal maal per dag te poetsen met een zachte tandenborstel. Ook kunt u spoelen met een desinfecterende mondspoeling.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Huiduitslag, met name bultjes op armen en benen, jeuk, huidverkleuring, vooral na blootstelling aan zonlicht, nagelaandoeningen, een droge huid en puistjes.

    In zeer zeldzame gevallen kan een ernstige huidaandoening ontstaan met blaarvorming. De blaren ontstaan met name op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen. Neem dan direct contact op met uw arts.

  • Zweten

  • Haaruitval en kaalheid.

    Niet alleen van hoofdhaar, maar ook van wenkbrauwen, wimpers, oksel- en schaamhaar. Na de behandeling zal het haar na ongeveer een maand weer gaan groeien.

  • Ernstige vermoeidheid en duizeligheid.

  • Oogirritatie, tranende ogen en wazig zien.

  • Slechter horen.

  • Hoofdpijn, rugpijn, spierpijn, gewrichtspijn en pijn in uw botten.

    Zeer zelden gevoelige en pijnlijke borsten.

  • Kans op trombose. Dit kunt u herkennen aan een dikke, harde, rode en pijnlijke plek op het been, soms aan pijn in de kuit en een zwaar gevoel in het been, zeer zelden aan plotseling optredende kortademigheid, soms met pijn of het ophoesten van bloed.

    Waarschuw in deze gevallen onmiddellijk een arts, of ga meteen naar de Eerste-Hulpdienst.

  • Het hand-voet-syndroom. Uw handen en voeten zijn dan pijnlijk, rood en gezwollen en kunnen tintelen of doof aanvoelen. De huid kan afschilferen en er kunnen zweren of blaren op de huid ontstaan.

    Dit kan doorgaan u stopt met dit medicijn. Waarschuw uw arts als u deze verschijnselen krijgt.

  • Afwijkingen in de hoeveelheid mineralen in het lichaam.

    De hoeveelheid calcium, kalium of natrium kan te hoog of juist te laag worden. Uw arts zal tijdens de behandeling uw bloed regelmatig controleren.

  • Ontsteking van de nieren en in ernstige gevallen nierfalen. U merkt dit aan vaak kleine beetjes moet plassen, aan bloed in de urine, pijn in uw zij, vermoeidheid en misselijkheid.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Hartaandoeningen, zoals pijn op de borst bij inspanning, hartritmestoornissen, een hartaanval en hartfalen. Raadpleeg uw arts als u vocht vasthoudt (dikke enkels), hartkloppingen heeft of pijn op de borst krijgt.

  • Leveraandoeningen, zoals een leverontsteking. U merkt dit aan een gevoelige, opgezwollen buik of een gele verkleuring van het oogwit of van de huid.

    Waarschuw dan direct een arts.

  • Ontsteking van de nieren. U merkt dit aan vaak kleine beetjes moet plassen, aan bloed in de urine of vermoeidheid.

    Waarschuw dan een arts.

  • Erectiestoornissen

  • Aambeien

  • Slechter ruiken en proeven.

  • Beroerte. Dit merkt u aan plotselinge klachten, zoals verlammingen in het gezicht (scheve mond bijvoorbeeld), verward spreken en denken, verlammingen aan arm of been, uitval van delen van het gezichtsveld en tintelingen.

    Waarschuw onmiddellijk een arts.

  • Gevoeligheid van de huid voor UV-licht (zon, zonnebank, UV-lamp).

    Krijgt u een ernstige reactie op de zon? Waarschuw dan uw arts.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. U merkt dat aan huiduitslag, galbulten of jeuk.

    Raadpleeg dan uw arts.
    In zeer zeldzame gevallen ontstaat een ernstige overgevoeligheid. Dit is te merken aan: koorts, ernstige benauwdheid, opgezwollen mond, tong, keel of gezicht, huiduitslag, ademhalingsproblemen, flauwvallen, blaren op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen. Stop in deze gevallen met dit medicijn en waarschuw meteen een arts of ga naar de Eerstehulpdienst. Als u overgevoelig bent, mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef dat door aan de apotheker. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik tegafur met gimeracil en oteracil gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Vaccins. Meld altijd aan de arts dat u tegafur gebruikt. Dit medicijn kan de werkzaamheid van sommige soorten vaccins verminderen en de kans op bijwerkingen door de vaccins vergroten. Overleg met uw apotheker of arts als u gevaccineerd moet worden.
  • Dit medicijn kan de bijwerkingen van het anti-epilepsiemiddel fenytoïne versterken. Raadpleeg uw arts als u last krijgt van coördinatiestoornissen, spraakstoornissen en extreme slaperigheid.
  • De bloedverdunners acenocoumarol en fenprocoumon. Tegafur kan de werking van de bloedverdunner beïnvloeden. Licht de trombosedienst daarom in als u tegafur gaat gebruiken, de dosering verandert of als u stopt met het gebruik van tegafur.
  • Metronidazol, een middel tegen infecties. Dit medicijn versterkt de bijwerkingen van tegafur, vooral op het bloed. Als een ander medicijn niet mogelijk is, zal de arts het bloed vaker laten controleren.

Twijfelt u eraan of de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang zijn? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Het is belangrijk dat uw arts weet welke medicijnen u nog meer gebruikt. Neem daarom uw medicatieoverzicht mee als u naar het ziekenhuis gaat. Dit is een overzicht waarop staat welke medicijnen u gebruikt, maar ook of u bijvoorbeeld allergisch bent voor bepaalde medicijnen. U kunt dit overzicht bij uw eigen apotheek opvragen. Krijgt u in het ziekenhuis nieuwe medicijnen, of verandert er iets aan uw medicijngebruik? Geef dit dan ook weer door aan uw eigen apotheek. Dan blijft uw medicatieoverzicht actueel.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Heeft u last van duizeligheid of vermoeidheid? Dan kan dit uw rijvaardigheid beïnvloeden. Rijd geen auto als u hier last van heeft.

alcohol drinken?
Alcohol irriteert de slijmvliezen van het maagdarmkanaal. Daardoor heeft u meer kans op bijwerkingen in de maag en de darmen. Drink daarom liever geen alcohol tijdens de chemokuur en zolang u last heeft van uw maag.

alles eten?
U kunt alles eten wat uw maag verdraagt. Maar bepaalde soorten voedsel zijn af te raden als u last heeft van uw maag.

Op deze site kunt u onder ‘Klachten & ziektes’, ‘Maagklachten’ adviezen vinden voor mensen met maagklachten.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
U mag dit middel NIET gebruiken als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Tijdens de behandeling en tot 6 maanden daarna mag u niet zwanger worden. Er is een grote kans dat het een aangeboren afwijking bij het kind veroorzaakt. Gebruik daarom goede anticonceptie tijdens en tot 6 maanden na de behandeling.

Borstvoeding
Geef GEEN borstvoeding als u dit medicijn moet gebruiken. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt, maar voor baby’s is dit middel zeer schadelijk.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Hoe?

  • Neem elke capsule apart in, zonder kauwen, met in totaal minstens een half glas water.
  • Maak de capsules niet open. Ziet u bij het openmaken van de verpakking kapotte capsules? Sluit de verpakking dan weer goed en breng deze terug naar de apotheek.
  • Voorkom dat poeder uit de capsules zich door het huis verspreidt. Anders kunnen uw huisgenoten er mee in aanraking komen.
  • Krijgt u wat poeder uit kapotte capsules op uw huid of in uw ogen? Was uw huid dan goed af. Spoel uw ogen met veel water.
  • Komen anderen toch met dit medicijn in contact? Raad hen dan aan zich meteen af te spoelen. Zo beperken ze de risico’s tot het minimum.

Wanneer?
Neem elke dosis in op een lege maag, dat wil zeggen een uur voor of een uur na de maaltijd.

Hoe lang?
Maagkanker: meestal gebruikt u dit medicijn in een kuur van 21 dagen, waarna een pauze volgt van 7 dagen. Deze cyclus moet u meestal een aantal keer herhalen. Op dag 1 van de cyclus krijgt u ook een infuus met cisplatine.
Darmkanker: meestal gebruikt u dit medicijn in een kuur van 14 dagen, waarna een pauze volgt van 7 dagen. Deze cyclus moet u meestal een aantal keer herhalen.

Wat te doen met urine, ontlasting, bloed, wondvocht of braaksel?
Voor uw directe omgeving, zoals huisgenoten, is het verstandig contact te vermijden met uw lichaamsvloeistoffen. Voor uw directe omgeving, zoals huisgenoten, is het verstandig contact te vermijden met uw lichaamsvloeistoffen. Dit betekent niet dat aanraken of zoenen verboden is. Het gaat alleen om maatregelen om niet in aanraking te komen met urine, ontlasting, bloed, wondvocht of braaksel, omdat het geneesmiddel hierin aanwezig is.

Neem tot 3 dagen na de laatste dosering de volgende maatregelen.

  • Was uw handen na elk toiletbezoek. Mannen kunnen het best zittend plassen, om spatten te voorkomen.
  • Spoel na gebruik van het toilet 2 keer achter elkaar door, met het wc-deksel dicht. Zo voorkomt u spatten. Maak het toilet elke dag schoon.
  • Komt u in contact met lichaamsvloeistoffen, bijvoorbeeld bij schoonmaken? Gebruik dan wegwerphandschoenen.
  • Zit er urine, ontlasting, bloed of braaksel of uw kleding of beddengoed? Doe ze dan meteen in de wasmachine. Was ze niet samen met ander wasgoed. Kunt u ze niet meteen wassen? Bewaar ze dan in een afgesloten plastic zak.
  • U kunt resten van urine, ontlasting en braaksel opruimen met een wegwerpmatje of keukenpapier. Gooi ze daarna weg in een dubbele afvalzak. Maak de plek daarna eventueel schoon met een sopje. Spoel het sopje door het toilet.
  • Bloed en wondvocht kunnen resten van het medicijn bevatten. Doe daarom verband, gaasjes en ander wegwerpmateriaal in een dubbele afvalzak.
  • Ook sperma en vaginale uitscheiding kunnen resten van dit medicijn bevatten. Gebruik een condoom en/of een beflapje. Deze kunt u weggooien in een dubbele afvalzak.
  • Wilt u meer weten? Bekijk dan de adviezen op kanker.nl.