Header afbeelding
Gezondheidscentrum Molenweg
Molenweg 60 4651 CM
Steenbergen

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

raloxifeen

Raloxifeen heeft voor een deel hetzelfde effect als vrouwelijke oestrogeenhormonen, maar werkt juist ook gedeeltelijk tegen vrouwelijke oestrogenen.

Net als oestrogenen remt raloxifeen de botafbraak en versterkt de botten. Maar in tegenstelling tot oestrogenen remt het juist de groei van borstweefsel.

Artsen schrijven het voor bij vrouwen na de overgang met botontkalking (osteoporose) en soms bij vrouwen met een grote kans op borstkanker.

Wat doet raloxifeen en waarbij gebruik ik het?

Botontkalking

Er hoort een voortdurend evenwicht te zijn tussen aanmaak en afbraak van botten. Bij botontkalking (osteoporose) is de afbraak sterker dan de aanmaak, waardoor de botten brozer worden. Ze breken eerder en de wervels van de ruggengraat zakken in. Botontkalking ontstaat doordat de botten te weinig kalk (calcium) opnemen.

U merkt zelf meestal niet dat u botontkalking heeft. De arts kan met een botdichtheidsonderzoek bekijken hoe stevig uw botten zijn.

Oorzaken
Er zijn verschillende oorzaken voor botontkalking. De belangrijkste zijn:

  • ouder worden. Vanaf ongeveer 45 jaar is de aanmaak minder dan de afbraak. Dit is het geval bij zowel mannen als vrouwen, maar mannen hebben meestal sterkere botten dan vrouwen. Ze hebben hierdoor minder snel last van botontkalking;
  • de overgang bij vrouwen, doordat het lichaam vanaf de overgang minder oestrogenen aanmaakt. Oestrogenen zijn vrouwelijke geslachtshormonen die ook zorgen voor een evenwicht tussen de aanmaak en de afbraak van botweefsel. Hoe minder oestrogenen, hoe zwakker de botten;
  • verwijdering van de eierstokken bij vrouwen, aangezien de eierstokken oestrogenen aanmaken, die weer voor de botopbouw zorgen;
  • gebruik van veel bijnierschorshormonen (corticosteroïden), zoals prednison, gedurende langere tijd. Deze hebben botontkalking als bijwerking;
  • te weinig beweging. Beweging stimuleert de botopbouw;
  • te weinig vitamine D. Vitamine D zorgt dat de botten calcium opnemen. Vitamine D wordt onder invloed van zonlicht in de huid gemaakt. Als u weinig in de buitenlucht komt of een donkere huid heeft, heeft u kans op te weinig vitamine D;
  • te weinig calcium (kalk) in het voedsel. Voldoende calcium krijgt u binnen met minimaal 4 zuivelconsumpties per dag, zoals een glas melk, een bakje yoghurt of een boterham met kaas.

Behandeling

Bij botontkalking of om botontkalking te voorkomen, schrijven artsen meestal een medicijn voor uit de groep bisfosfonaten, zoals alendroninezuur of risedroninezuur.
In sommige gevallen kan de arts kiezen voor raloxifeen. Bijvoorbeeld als bisfosfonaten te veel bijwerkingen veroorzaken. Het wordt alleen voorgeschreven aan vrouwen na de overgang.

Werking
Raloxifeen remt de botafbraak en versterkt de botten. Als u het samen met voldoende calcium (kalk) en vitamine D gebruikt, worden uw botten sterker.

De werking van raloxifeen bij botontkalking merkt u zelf niet. U loopt wel minder kans op botbreuken, vooral van de wervels.

 

Lees meer over botontkalking . “

Kanker

Raloxifeen wordt soms toegepast om borstkanker te voorkomen bij vrouwen na de overgang. Het gaat dan om vrouwen die meer kans hebben op borstkanker.

Meestal schrijven artsen het medicijn tamoxifen voor om borstkanker te voorkomen.Tamoxifen lijkt hierbij namelijk iets werkzamer dan raloxifeen. Artsen kunnen raloxifeen voorschrijven als tamoxifen bij u te veel bijwerkingen geeft.

Lees meer over kanker . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Opvliegers, warmtestuwingen of zweetaanvallen, vooral gedurende de eerste 6 maanden van de behandeling.

    Blijft u hier veel last van houden? Neem dan contact op met uw arts.

  • Lichte griepverschijnselen met hoest, keelpijn en koorts.

    Gaat dit niet over? Neem dan contact op met uw arts.

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken, buikpijn, opgeblazen gevoel en brandend maagzuur.

    Heeft u hier last van? Het helpt om het medicijn met wat voedsel in te nemen. Blijft u last houden? Neem dan contact op met uw arts.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Hoofdpijn en migraine.

  • Spierkrampen, vooral in de benen.

    Dit treedt vooral op tijdens de eerste maanden van de behandeling.

  • Vasthouden van vocht (dikke enkels en voeten). U merkt dit ook aan een toename van uw lichaamsgewicht. Soms stijgt uw bloeddruk hierdoor.

    Neem contact op met uw arts, als u vocht vasthoudt.

  • Pijnlijke, opgezette of gevoelige borsten.

  • Huiduitslag

    Dit kan komen door overgevoeligheid, maar dat hoeft niet (zie 'Overgevoeligheid').

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Trombose, waarbij een bloedstolseltje een bloedvat kan afsluiten. U kunt trombose herkennen aan een dikke, harde, rode en pijnlijke plek op het been, soms aan pijn in de kuit en een zwaar gevoel in het been, zeer zelden aan plotseling optredende kortademigheid, soms met pijn of het ophoesten van bloed.
    Moet u enige tijd het bed houden? Bijvoorbeeld vanwege een operatie? Dan moet u tijdelijk stoppen met raloxifeen. U heeft dan namelijk meer kans op trombose. Meestal moet u minstens 3 dagen voor de operatie stoppen. Overleg hierover met uw arts.

    Waarschuw bij deze verschijnselen onmiddellijk een arts, of ga meteen naar de Eerste –hulp-dienst.
    Trombose gebeurt meestal in een been, soms komt het bloedstolsel in de longen terecht. Een heel enkele keer kan een stolsel ontstaan in de bloedvaten van het netvlies van de ogen. Waarschuw uw arts als uw gezichtsvermogen verandert. Verder kan het een enkele keer voorkomen dat een bloedstolsel in de bloedvaten van de hersenen ontstaat. Dan heeft u kans op een beroerte.
    Heeft u ooit trombose gehad, dan mag u dit medicijn waarschijnlijk niet gebruiken. Raadpleeg uw arts.

  • Verhoogde kans op bloedingen, zoals bloedneuzen. Neem contact op met uw arts bij onverklaarbare bloedneuzen, onderhuidse bloedinkjes en blauwe plekken.

    Deze bijwerking ontstaat door een tekort aan bloedplaatjes.

  • Bloeding uit de vagina, doordat het baarmoederslijmvlies slinkt of doordat er poliepen ontstaan.

    Raadpleeg uw arts als u een vaginale bloeding heeft.

  • Galstenen. Meestal merkt u dit niet, maar zelden kan een heftige pijn optreden (koliekpijn). De pijn is dan zo hevig dat u ook misselijk bent en braken moet.

    Waarschuw bij deze verschijnselen een arts.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan huiduitslag, jeuk of galbulten.

    Raadpleeg dan uw arts. Als u overgevoelig bent, mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef dat door aan de apotheker. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik raloxifeen gebruiken met andere medicijnen?

Er zijn van dit middel geen belangrijke wisselwerkingen met andere medicijnen bekend.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden en alcohol drinken?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

alles eten?
U mag alles eten. Bij osteoporose is het belangrijk voldoende calcium en vitamine D te gebruiken. Dit helpt bij de botaanmaak.
Calcium zit vooral veel in zuivelproducten, zoals melk, yoghurt en kaas.
Vitamine D zit maar weinig in voedsel, een klein beetje wordt toegevoegd aan margarine. De meeste vitamine D maken mensen zelf in hun huid aan, onder invloed van zonlicht.

Soms schrijft de arts een calcium- en vitamine D-preparaat voor, als u te weinig calcium of vitamine D binnenkrijgt.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Artsen schrijven raloxifeen alleen voor aan vrouwen na de overgang, dus als u al meer dan 1 jaar geen menstruatie meer heeft gehad of na een verwijdering van baarmoeder of eierstokken. Bent u nog niet in de overgang? Raadpleeg dan uw arts of apotheker.

U mag dit medicijn namelijk NIET gebruiken tijdens de zwangerschap of als u binnenkort zwanger wilt worden. Het kan schade toebrengen aan de baby.

Borstvoeding
Artsen schrijven raloxifeen alleen voor aan vrouwen na de overgang, dus als u al meer dan 1 jaar geen menstruatie meer heeft gehad of na een verwijdering van baarmoeder of eierstokken. Bent u nog niet in de overgang? Raadpleeg dan uw arts of apotheker.

U mag dit medicijn namelijk NIET gebruiken als u borstvoeding geeft. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt en of het schadelijk is voor de baby.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

Wanneer?
U mag het medicijn innemen op elk moment van de dag. Het beste kunt u een vast tijdstip kiezen, dan vergeet u minder snel een dosis. Bjvoorbeeld 's ochtends bij het ontbijt.

Hoe lang?
Uw arts bepaalt hoe lang u dit medicijn blijft gebruiken op basis van de resultaten. Bij gebleken effect kan de behandeling jarenlang voortduren.