Header afbeelding
Gezondheidscentrum Molenweg
Molenweg 60 4651 CM
Steenbergen

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

methylprednisolon

Methylprednisolon is een bijnierschorshormoon, ook wel corticosteroïd genoemd.
Bijnierschorshormonen remmen ontstekingen en overgevoeligheidsreacties. Ze zijn ook nodig om energie, mineralen en zouten vrij te maken en op te slaan.

Artsen schrijven methylprednisolon voor bij aandoeningen met ernstige ontstekingen. Bijvoorbeeld Multiple Sclerose (MS), Lupus Erythematodes (LE), reumatische aandoeningen, ernstige huidontstekingen, sommige oogontstekingen. Sommige bloedziekten (de bloedstollingsziekte ITP en bloedarmoede door afbraak van de rode bloedcellen). En darmziekten (colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn), ernstige allergische reacties en nierziekten.
Bij ontstekingsziekten wordt het op verschillende manieren toegepast. In een hoge dosering een paar dagen tot weken (stootkuur). En in een lagere dosering een paar maanden (langdurige behandeling). Artsen schrijven het meestal voor als stootkuur.

Verder wordt methylprednisolon gebruikt als onderdeel van een behandeling bij kanker.
Ook wordt het gebruikt om een tekort aan lichaamseigen bijnierschorshormonen aan te vullen. Zoals bij de bijnierziekten ziekte van Addison, ziekte van Cushing en het adrenogenitaal syndroom. Als het op deze manier wordt gebruikt heet het substitutietherapie.

Wat doet methylprednisolon en waarbij gebruik ik het?

Multiple Sclerose (MS)

Verschijnselen
Bij multiple sclerose (MS) zijn er ontstekingen en littekens in de beschermende laag rondom zenuwbanen in de hersenen en het ruggenmerg. Hierdoor werken sommige zenuwen minder goed of niet meer.
De klachten zijn afhankelijk van de zenuwen die zijn aangedaan. Vaak begint MS met vermoeidheid en minder goed zien met één oog. Soms zijn er ook spierkrampen en gevoelsstoornissen, zoals tintelingen. De klachten kunnen aanvalsgewijs (schub) optreden, maar kunnen er ook de hele tijd zijn.

Behandeling
Methylprednisolon wordt als stootkuur gegeven bij een ‘schub’. U kunt dit medicijn dan als injecties van de arts krijgen. Of als een tablet of capsule om zelf in te nemen. U krijgt dit medicijn 3 tot 5 dagen lang. Het werkt binnen 2 weken. En het werkt 6 weken lang.

Lees meer over multiple sclerose (ms) . “

Lupus Erythematodes (LE)

Lupus erythematodes (ook wel LE genoemd), is een chronische ontsteking van de huid. Behalve de huid kunnen ook gewrichten, nieren, longen en andere organen ontstoken zijn. Dan wordt het ‘systemische LE’ of ‘SLE’ genoemd.

Oorzaak en verschijnselen
LE is een auto-immuunziekte. Dat betekent dat het lichaam antistoffen maakt tegen eigen lichaamscellen. In dit geval van de huid, gewrichten, nieren en longen. Hierdoor ontstaan ontstekingen. Ook komen er meestal huidafwijkingen voor, zoals rode vlekken in het gezicht en verschillende soorten huiduitslag.
Het is onbekend waarom het lichaam zich keert tegen de eigen cellen.
De ziekte komt in aanvallen, maar kent ook rustige periodes. Een aanval lijkt op een ernstige griepperiode met koorts, spier- en gewrichtspijn en vermoeidheid.

Behandeling
Bij een aanval van SLE kan uw arts een stootkuur met een corticosteroïd voorschrijven, zoals injecties met methylprednisolon). Methylprednisolon remt de ontstekingen zodat uw lichaam zich makkelijker kan herstellen.

Lees meer over lupus erythematodes (le) . “

Reumatoïde artritis

Verschijnselen
Reumatoïde artritis (RA) is een ontsteking van de gewrichten. Het geeft pijn, stijfheid en zwelling in de gewrichten van bijvoorbeeld de handen, polsen, enkels of voeten. Meestal zijn de verschijnselen én links én rechts in dezelfde gewrichten aanwezig. Door de ontsteking wordt het gewricht dik en gevoelig, soms ook warm. Op den duur raken de gewrichten beschadigd.

Behandeling
Bij reumatoïde artritis schrijft de arts speciale medicijnen voor, de DMARD’s: Disease Modifying Antirheumatic Drugs. Deze medicijnen gaan de oorzaak van de gewrichtsontsteking tegen. Maar ze werken niet meteen, maar pas na langere tijd.
Artsen schrijven methylprednisolon voor om de periode totdat de DMARD begint te werken te overbruggen. En bij plotselinge verergeringen van de klachten.

Lees meer over reumatoïde artritis . “

Colitis ulcerosa

Verschijnselen
Colitis ulcerosa is een chronische ontsteking van het slijmvlies van de dikke darm. Hierdoor heeft u regelmatig en forse diarree, vaak met bloed en slijm erbij.
Andere klachten zijn buikpijn, koorts, uitdrogingsverschijnselen, bloedarmoede en gewichtsverlies. Periodes met weinig klachten wisselen af met periodes waarin de ziekte opvlamt.

Oorzaak
Bij colitis ulcerosa is meestal alleen het laatste deel van de dikke darm aangedaan, het rectum. De ziekte heet dan proctitis ulcerosa. Na jaren kan de ziekte zich uitbreiden naar de rest van de dikke darm.
De oorzaak van de ontsteking is een ‘auto-immuunreactie’. Dat betekent dat het lichaam de cellen in de eigen darmwand ziet als indringers en deze probeert op te ruimen. Het is dus een ontsporing van het eigen afweersysteem. De precieze oorzaak hiervan is onbekend.

Behandeling
Aanvallen van colitis ulcerosa worden meestal behandeld met een plaatselijk werkend bijnierschorshormoon, zoals budesonide. Het werkt alleen in de darm en remt daar de ontstekingen. Werkt dat onvoldoende? Dan schrijven artsen soms een bijnierschorshormoon voor dat in het hele lichaam werkt, zoals methylprednisolon-injecties.
Methylprednisolon remt de ontsteking in de darm. Meestal merkt u binnen een paar uur dat de klachten minder worden. U moet dit medicijn een aantal weken tot maanden gebruiken om de ziekte weer rustig te krijgen.

Lees meer over colitis ulcerosa . “

Ziekte van Crohn

Verschijnselen
Bij de ziekte van Crohn zijn delen van de darm chronisch ontstoken. De ontsteking veroorzaakt buikpijn, koorts, diarree, moeheid en gewichtsverlies. Periodes met weinig klachten wisselen af met periodes waarin de ziekte opvlamt.

Oorzaak
De precieze oorzaak van de ziekte van Crohn is niet bekend. Waarschijnlijk is het afweersysteem in de war en valt deze goede bacteriën in de darm aan. Hierdoor ontstaat een ontsteking die de darmen verder beschadigt. De ontsteking dringt diep door tot de spierlagen van de darmen. Meestal is het laatste deel van de dunne darm en het eerste deel van de dikke darm aangedaan. Door de chronische ontsteking ontstaan verdikkingen in de darm, waar de ontlasting moeilijk langs kan. Ook ontstaan verbindingsbuisjes (fistels) van de darm naar andere organen. Zoals de blaas, de vagina en tussen delen van de darm onderling.

Behandeling
Het is belangrijk de ontstekingen zoveel mogelijk te voorkomen. En te remmen als ze wel optreden. Hierdoor wordt de buikpijn minder. En ontstaan er geen nieuwe verdikkingen of fistels.
De ziekte van Crohn wordt meestal eerst behandeld met een bijnierschorshormoon dat ter plaatse in de darm werkt, zoals budesonide.
Is het een ernstiger vorm van de ziekte van Crohn? Of zit de ontsteking te hoog in de darm zit? Dan stappen artsen over op sterkere bijnierschorshormonen (zoals methylprednisolon-injecties) of op afweerremmende medicijnen.

Effect
Methylprednisolon remt de ontsteking in de darm. Meestal merkt u binnen een paar uur dat de klachten minder worden. U moet dit medicijn een aantal weken tot maanden gebruiken om de ziekte weer rustig te krijgen.

Lees meer over ziekte van crohn . “

Allergie

Injecties met methylprednisolon worden gegeven bij ernstige huidverschijnselen door een allergische reactie. Bijvoorbeeld door contact met sommige planten of met metalen.

Lees meer over allergie . “

Overige huidaandoeningen

Injecties met methylprednisolon worden gebruikt bij verschillende ernstige huidaandoeningen, veroorzaakt door allergie. Of door een afweerreactie tegen de eigen lichaamscellen. Bijvoorbeeld ernstige huidontstekingen met roodheid, blaasjes en blaren. En bij juveniele dermatomyositis (aandoening bij kinderen waarbij de huid en de spieren zijn ontstoken).

Lees meer over overige huidaandoeningen . “

Ontstoken ogen door andere oorzaken

Methylprednisolon wordt in acute situaties gegeven bij verschillende soorten ontstekingen van het oog of de oogzenuw. Het remt de ontstekingsverschijnselen zoals zwelling en pijn.

Lees meer over ontstoken ogen door andere oorzaken . “

Nierziekten

Injecties met methylprednisolon worden gebruikt bij verergeringen van sommige nierontstekingen en het syndroom van Goodpasture.

Methylprednisolon onderdrukt de ontstekingsverschijnselen bij nierontstekingen.
Bij het syndroom van Goodpasture maakt het lichaam afweerstoffen tegen de eigen niercellen. Methylprednisolon onderdrukt deze afweer.

Lees meer over nierziekten . “

Bloedstollingsziekten

Injecties met methylprednisolon worden gebruikt bij de bloedziekte idiopathische trombocytopenische  purpura (ITP of ziekte van Werlhof). Bij deze ziekte maakt het lichaam afweerstoffen tegen de eigen bloedplaatjes. Bloedplaatjes zijn nodig om het bloed te laten samenklonteren bij een verwonding. Door deze afweerstoffen gaan de bloedplaatjes stuk. En heeft men vaak blauwe plekken en bloedneuzen.
Methylprednisolon onderdrukt de afweer tegen de eigen bloedplaatjes.

Lees meer over bloedstollingsziekten . “

Bloedarmoede

Injecties met methylprednisolon worden gebruikt bij kinderen met de ziekte ‘auto-immuun hemolytische anemie’.

Bij deze ziekte maakt het lichaam door een verkeerde afweerreactie afweerstoffen tegen de eigen rode bloedcellen. Hierdoor breken deze bloedcellen af en ontstaat bloedarmoede (anemie).

Behandeling
De arts zal met medicijnen proberen de eigen afweer van het lichaam te remmen. Dat gebeurt meestal met bijnierschorshormonen (zoals methylprednisolon). Injecties met methylprednisolon worden soms gebruikt als het snel moet werken. Daarna kan het kind overgaan op tabletten of capsules met een bijnierschorshormoon.

Methylprednisolon remt het de afbraak van de rode bloedcellen en verminderen de verschijnselen van bloedarmoede.

Lees meer over bloedarmoede . “

Kanker

Methylprednisolon wordt toegepast bij verschillende soorten kanker, zoals lymfeklierkanker, leukemie, hersentumor, borstkanker en de ziekte van Kahler.
Hoe methylprednisolon bij deze aandoeningen werkt kan verschillen. Het verbetert de eetlust, vermindert vermoeidheid en zorgt er vaak voor dat u zich beter gaat voelen.
Verder gaat methylprednisolon de zwelling van tumoren tegen. Het maakt op die manier de pijn minder als tumoren tegen zenuwen aandrukken.
Veel medicijnen tegen kanker veroorzaken ernstige misselijkheid. Methylprednisolon kan deze vorm van misselijkheid minder maken, vooral omdat het de stemming en eetlust verbetert.

Lees meer over kanker . “

Bijnierziekten

Methylprednisolon wordt gebruikt als er opeens cortisol te weinig is. Cortisol is een natuurlijk bijnierschorshormoon. Zo’n situatie heet een corticosteroïd-crisis of Addison-crisis.
Af en toe wordt methylprednisolon ook gebruikt als dagelijkse of tweewekelijkse injecties. Het vervangt dan de normale dagelijkse aanmaak van cortisol.

Corticosteroïd-crisis
Kans op een corticosteroïd-crisis is aanwezig bij de ziekte van Addison, of als de bijnieren ontbreken (bijvoorbeeld als ze zijn verwijderd vanwege een tumor). En bij het adrenogenitaal syndroom, bij aandoeningen van de hypofyse en na behandeling van de ziekte van Cushing.
Kenmerken van een corticosteroïd-crisis zijn: braken, misselijkheid, krampende buikpijn en diarree. En hoofdpijn, nekpijn, koorts, koude rillingen, afwezigheid, sufheid, flauwvallen en bewusteloosheid

Oorzaak
De buitenkant van de bijnieren (de ‘schors’), maakt cortisol. En mannelijke geslachtshormonen en aldosteron (een hormoon van belang voor de bloeddruk). De hypofyse (het ‘hersenaanhangsel’) geeft ‘opdracht’ om deze hormonen te maken. De hypofyse is een klier in de hersenen.
Van deze hormonen zorgt cortisol voor een fit gevoel. En voor een goede regeling van de bloedsuiker  en de bloeddruk. En het speelt een belangrijke rol in de afweer.
Bij inspanning, ziekte of stress moet de bijnierschors een grote hoeveelheid in een keer afgeven. Soms is de hoeveelheid cortisol bij koorts of stress zo laag dat u erg ziek wordt. Het kan bewusteloosheid veroorzaken en levensbedreigend zijn.

Behandeling
Bij een corticosteroïd-crisis kan een methylprednisolon-injectie worden gebruikt. Het werkt sneller dan tabletten of capsules met een bijnierschorshormoon. Ook bent u tijdens zo’n crisis vaak niet in staat tabletten of capsules te slikken.

Lees meer over bijnierziekten . “

Ziekte van Addison

Oorzaak
Bij de ziekte van Addison functioneren de bijnieren niet goed. Een zelfde soort situatie ontstaat wanneer de bijnieren ontbreken. Bijvoorbeeld als ze zijn weggehaald vanwege een tumor). Hierdoor ontstaat een tekort aan cortisol, sommige mannelijke geslachtshormonen en aldosteron (een hormoon van belang voor de bloeddruk). 

Behandeling
De behandeling bestaat meestal uit een combinatie van cortisol met fludrocortison. Dit is om de eigen productie van bijnierschorshormonen te vervangen. U kunt dan weer redelijk normaal functioneren. Maar bij inspanning, ziekte of stress is in één keer een grote hoeveelheid cortisol nodig. Hierdoor kan de hoeveelheid cortisol bij koorts of stress zo laag zijn dat u heel erg ziek wordt. Dit heet een Addison-crisis.

De tabletten of capsules werken soms niet snel genoeg om deze ziekteverschijnselen op te heffen. Ook bent u tijdens zo’n crisis vaak niet meer altijd in staat tabletten of capsules te slikken.
Bij een Addison-crisis kan een nood-injectie met methylprednisolon worden gegeven. Het werkt bijna meteen.

Hierboven bij ‘Bijnierziekten’, leest u meer over een Addison-crisis.

Lees meer over ziekte van addison . “

Ziekte van Cushing

Oorzaak
De buitenkant van de bijnieren (de ‘schors’), maakt onder andere cortisol (hydrocortison). En mannelijke geslachtshormonen en aldosteron (een hormoon van belang voor de bloeddruk). De hypofyse (het ‘hersenaanhangsel’) geeft ‘opdracht’ om deze hormonen te maken. De hypofyse is een klier in de hersenen.
Bij de ziekte van Cushing maakt de bijnierschors te veel bijnierschorshormoon aan. Dit komt meestal door een goedaardige tumor in de hypofyse. Maar het kan ook komen door een tumor in een van de bijnieren of ergens anders in het lichaam. Een operatie aan de hypofyse of de bijnieren zelf kan dan nodig zijn.

Behandeling
Na een operatie aan de hypofyse kan de hoeveelheid bijnierschorshormoon tijdelijk te laag zijn. Dan moet het bijnierschorshormoon worden aangevuld, bijvoorbeeld met hydrocortison. Na verwijdering van de bijnieren is het altijd nodig de bijnierschorshormonen aan te vullen. Ze worden ook toegepast als maar één van de bijnieren is verwijderd. Het wordt dan gebruikt totdat de andere bijnier weer voldoende cortisol aanmaakt.

Bij inspanning, ziekte of stress is echter in één keer een grote hoeveelheid cortisol nodig. Hierdoor kan de hoeveelheid cortisol bij koorts of stress zo laag zijn dat u heel erg ziek wordt. Dit heet een corticosteroïd-crisis.
De tabletten of capsules werken soms niet snel genoeg om deze ziekteverschijnselen op te heffen. Ook bent u tijdens zo’n crisis vaak niet meer altijd in staat tabletten of capsules te slikken.
Bij een corticosteroïd-crisis kan een noodinjectie met methylprednisolon worden gegeven. Het werkt bijna meteen.

Hierboven, bij Bijnierziekten, leest u meer over een corticosteroïd-crisis.

Lees meer over ziekte van cushing . “

Adrenogenitaal syndroom

Oorzaak
Bij het adrenogenitaal syndroom is de aanmaak van hormonen door de bijnieren gestoord. De bijnieren maken dan bijvoorbeeld te weinig cortisol. Of te veel mannelijke geslachtshormonen en te weinig aldosteron (een hormoon vn belang voor de bloedruk).

Behandeling
De behandeling bestaat meestal uit de combinatie van hydrocortison met fludrocortison.
Ook is een injectie met methylprednisolon mogelijk. Deze wordt elke 2 weken gegeven.

Bij inspanning, ziekte of stress is echter in één keer een grote hoeveelheid cortisol nodig. Hierdoor kan de hoeveelheid cortisol bij koorts of stress zo laag zijn dat u heel erg ziek wordt. Dit heet een corticosteroïd-crisis.
De tabletten of capsules werken soms niet snel genoeg om deze ziekteverschijnselen op te heffen. Ook bent u tijdens zo’n crisis vaak niet meer altijd in staat tabletten of capsules te slikken.
Bij een corticosteroïd-crisis kan daarom een noodinjectie met methylprednisolon worden gegeven. Het werkt bijna meteen.

Hierboven, bij Bijnierziekten, leest u meer over een corticosteroïd-crisis.

Lees meer over adrenogenitaal syndroom . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven. De kans op deze bijwerkingen hangt af van uw eigen gevoeligheid voor dit medicijn, de hoeveelheid methylprednisolon die u gebruikt en de duur van de behandeling.

  • Krijgt u een behandeling van 1 of 2 injecties? Of een substitutietherapie (als u zelf te weinig bijnierschorshormoon aanmaakt)? U heeft weinig kans op bijwerkingen.
  • Krijgt een stootkuur (paar dagen lang iedere dag of om de paar dagen een injectie)? De bijwerkingen zijn soms lastig of vervelend. Maar meestal niet gevaarlijk of schadelijk.
  • Krijgt u vaker per jaar een stootkuur? Of heeft of deze injecties meerdere weken of maanden gebruikt? De meeste lastige of vervelende bijwerkingen gaan over als u aan het middel gewend bent geraakt. Dat is na een paar dagen tot weken. Na een paar weken gebruik of veel stootkuren heeft u wel een kleine kans op andere ernstigere bijwerkingen. Hoe korter u dit medicijn gebruikt en hoe lager de dosering, hoe minder kans u heeft op deze bijwerkingen.

Bijwerkingen die u meteen vanaf het begin kunt krijgen:

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Maag- of darmklachten, zoals misselijkheid, braken en een onaangename smaak in de mond.

  • Hartkloppingen en flauwvallen, direct na het inspuiten.

    Overleg uw arts als u dit merkt. Na een paar dagen of weken kunnen nog stoornissen in uw hartritme voorkomen.

  • Leverontsteking (hepatitis). U kunt het merken aan geelzucht, een gele verkleuring van de huid, tandvlees en het oogwit. En aan donkere urine, een ziek gevoel en jeuk. Maar dat hoeft niet altijd,

    Stop dan met het gebruik en waarschuw direct een arts.

  • Meer kans op infecties met bacteriën, virussen of schimmels.

    Overleg voor gebruik met uw arts als u een infectie heeft, zoals tuberculose. Dat is nodig omdat sluimerende infecties door dit medicijn erger kunnen worden. Ook heeft u het minder snel in de gaten als een infectie uit de hand loopt. Dit medicijn maakt namelijk de verschijnselen minder van een ontsteking, zoals roodheid en zwelling.
    Neem in elk geval contact op met uw arts bij

    • een ontsteking die opeens opkomt;
    • ontstekingen in of rond uw ogen;
    • ontstekingen waarvan u weet of vermoedt dat een virus deze veroorzaakt, zoals gordelroos;
    • als in uw omgeving mazelen of waterpokken heerst;
    • als u een wond heeft die slecht geneest;
    • als u gevaccineerd moet worden, bijvoorbeeld tegen tropische ziekten. Mogelijk reageert uw lichaam onvoldoende op de inenting.
  • Hoofdpijn en duizeligheid.

  • Spierklachten, zoals spierzwakte, snel vermoeid, spierpijn, trillende handen en spierkrampen in handen, voeten en benen. Mensen met de spierziekte myasthenia gravis kunnen hier extra last van hebben.

    Deze bijwerking kan na stoppen nog lang duren.
    Overleg met uw arts als uw klachten erger worden.

  • Veranderingen in gevoel en stemming. Dit kan per persoon verschillen. U kunt energieker, prikkelbaar, rusteloos, angstig of agressief worden, maar ook neerslachtig, futloos of vermoeid.

    Heeft u veel last van deze stemmingsveranderingen? Praat erover met uw arts. Mogelijk moet de dosering bij een volgende injectie iets lager.
    Bent u depressief of wordt u hiervoor behandeld? Overleg met uw arts voor u dit medicijn gaat gebruiken..

  • Verschijnselen van diabetes (suikerziekte). U merkt dit aan veel dorst en veel plassen. Dit komt vooral voor bij mensen boven de 75 jaar.
    Heeft u diabetes? Meet in de volgende gevallen extra vaak uw bloedsuiker:

    • Als u dit medicijn in een hoge dosering (stootkuur) langer dan 10 dagen gaat gebruiken.
    • Als u last heeft van dorst, droge mond, veel plassen en moe zijn. Deze klachten komen door een te hoge bloedsuiker.
    • Bij een infectie.

    Heeft u een te hoge bloedsuiker? Overleg dan met uw arts. Mogelijk heeft u tijdens de behandeling meer glucoseverlagers nodig.

  • Vochtophoping (oedeem). Dit merkt u vooral aan opgezwollen enkels en voeten.
    Mensen die al last van oedeem hebben, bijvoorbeeld door hartfalen zijn hier extra gevoelig voor.

    Overleg daarom voor gebruik met uw arts als u hartfalen of oedeem heeft.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Maagzweer of darmzweer. Dit medicijn kan een maagzweer erger maken. 

    Overleg voor gebruik met uw arts of apotheker als u een maag- of darmzweer heeft of kortgeleden heeft gehad. Misschien heeft u een maagbeschermer nodig. Overleg met uw arts als uw maagklachten erger worden.

  • Een te hoge bloeddruk. Overleg voor gebruik met uw arts als u een hoge bloeddruk heeft. Of hiervoor behandeld wordt.

    Uw bloeddruk moet vaker gecontroleerd worden.

  • Ernstige psychische klachten, zoals overdreven opgewekt gevoel, impulsief gedrag en verward zijn. En wanen (u gelooft of denkt dingen die niet kloppen) en hallucinaties (u ziet, voelt of hoort dingen die er niet zijn).

    Overleg bij deze verschijnselen met uw arts.

  • De hik.

    Overleg met uw arts als u hier last van blijft houden.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan huiduitslag, galbulten of jeuk.

    Een heel enkele keer ontstaat een ernstige allergie. Met onder andere benauwdheid, zwelling van mond, keel, verlies van het bewustzijn. Ga dan direct naar een arts of Eerste-Hulpdienst.
    In beide gevallen mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheek door dat u overgevoelig bent voor methylprednisolon. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

  • Bij injecties in een spier: op de plaats van de injectie deuk in de huid. En donkere of lichte verkleuring van de huid.

Gebruikt u methylprednisolon meer dan 3 weken achter elkaar?  Of heeft u meer stootkuren per jaar nodig? U heeft meer kans op onderstaande bijwerkingen. Ze treden soms pas na maanden op, of pas als u al bent gestopt.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Zwaarder worden en een andere vetverdeling.

    Dit komt door een andere opbouw en afbraak van vet, meer eetlust en vasthouden van vocht. Vet gaat vooral zitten op de buik en op de bovenkant van de rug. Het is vaak nodig uw eetgewoontes aan te passen om uw gewicht op peil te houden. Een diëtist kan u daarbij helpen.

  • Dik gezicht (bolle wangen).

    Net als de gewichtstoename is dit voor veel mensen een belangrijk nadeel van de behandeling. Het gaat niet goed met u, maar voor uw omgeving ziet u er juist 'welvarend' uit. Het verdwijnt weer als u stopt met het medicijn.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Dunnere huid, waardoor u sneller blauwe plekken heeft en streepvormige littekens (striae).

    Een maanden na het stoppen met de behandeling heeft de huid meestal weer zijn normale dikte terug. De littekens verdwijnen niet meer.

  • Rood geaderde of rode huid in het gezicht en puntvormige huidbloedinkjes.

  • Minder goed werken van de bijnierschors. Vooral kinderen zijn gevoelig voor deze bijwerking.

    Hier heeft u tijdens de behandeling geen last van. Maar na het stoppen heeft uw bijnierschors tijd nodig om op gang te komen om weer zelf bijnierschorshormonen aan te maken. Dit kan een paar maanden duren.

  • Groeivertraging bij kinderen.

    Het is belangrijk dat een arts regelmatig de lichaamslengte en het lichaamsgewicht controleert. Als blijkt dat het kind te weinig groeit, kan de arts de injecties minder vaak geven. Dit herstelt de groei.

  • Broze botten (osteoporose), waardoor deze eerder breken.

    Het is belangrijk tijdens het gebruik van dit medicijn voldoende kalk te gebruiken. In de vorm van zuivelproducten of eventueel als tabletten. Ook lichaamsbeweging is nodig omdat dat zorgt voor een actieve opbouw van de botten. 
    In veel gevallen zal de arts u adviseren ook medicijnen tegen botontkalking te gebruiken.

  • Te weinig kalium in het bloed. Dit merkt u onder andere aan spierkrampen, spiertrekkingen, spierpijn en spierzwakte. En aan minder eetlust, verstopping en hartkloppingen of een overslaand hart.

    Neem bij een of meer van deze klachten contact op met uw arts.

  • Te veel cholesterol in het bloed na een paar maanden gebruik.

    Hierdoor heeft u meer kans op hart- of vaatziekten. Uw arts kan medicijnen voorschrijven om de hoeveelheid cholesterol in uw bloed te verlagen.

  • Staar (een vertroebeling van de ooglens die niet weggaat: cataract). Neem contact op met uw arts als u slechter, wazig of dubbel ziet.

    Staar komt meestal alleen voor na een paar jaar gebruik.

  • Glaucoom (verhoogde oogboldruk). Waarschuw uw arts als u minder goed gaat zien. Of als u hevige pijn achter uw oog heeft die niet binnen een paar uur wegtrekt.

    Overleg met uw arts als u weet dat u glaucoom heeft, terwijl u daar niet voor wordt behandeld. Glaucoom komt meestal alleen voor na een paar jaar gebruik.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Huidklachten, zoals slecht genezende wonden en acne (jeugdpuistjes). En veel zweten, meer lichaamsbeharing (vooral in het gezicht) en donkere of juist lichte plekken op de huid.

  • Peesontsteking en makkelijker scheuren van pezen, vooral van de achillespees.

  • Impotentie 

  • Bij vrouwen: wegblijven van de menstruatie tijdens de behandeling.

  • Ernstige hart-vaataandoening, zoals hartfalen, een hartaanval of een beroerte.

    Hier is meestal pas kans op na meer maanden gebruik.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik methylprednisolon gebruiken met andere medicijnen?

Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Ontstekingsremmende pijnstillers, zoals acetylsalicylzuur, diclofenac, ibuprofen en naproxen. Deze pijnstillers hebben als bijwerking maag- en darmzweren. De kans hierop is groter als u ook methylprednisolon gebruikt. De pijnstiller paracetamol heeft deze bijwerking niet. Deze kunt u wel veilig gebruiken.
    Heeft u een ontstekingsremmende pijnstiller nodig? Overleg met uw arts of apotheker. Als u methylprednisolon gebruikt moet u vaak ook een maagbeschermend middel slikken.
  • Sommige vaccins, bijvoorbeeld bof-mazelen-rodehondvaccin (BMR), rotavirusvaccin, varicellavaccin (tegen waterpokken) en BCG-vaccin (tegen tuberculose). Methylprednisolon maakt de werkzaamheid van deze vaccins minder. En kan de kans op bijwerkingen ervan verhogen.
    Als u methylprednisolon gebruikt als substitutietherapie zal uw lichaam wel goed op de vaccins reageren. Overleg met de arts als u gevaccineerd moet worden.
  • Het antischimmelmedicijn voriconazol. Gebruikt u een hoge dosering van methylprednisolon? De hoeveelheid voriconazol in het bloed kan te laag worden. Overleg met uw arts of apotheker als u deze combinatie voorgeschreven heeft gekregen.
  • De antistollingsmedicijnen acenocoumarol en fenprocoumon. Gebruikt u een hoge dosering van methylprednisolon? Dan kan het antistollingsmedicijn sterker gaan werken. Overleg hierover met uw arts. Meld het aan de trombosedienst als u methylprednisolon gaat gebruiken en als u ermee stopt.
  • Sommige medicijnen tegen hiv. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.
  • Sommige medicijnen tegen kanker. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat. De werking of bijwerkingen van deze medicijnen kunnen veranderen. Overleg hierover met uw arts.

De volgende medicijnen verminderen de werking van methylprednisolon. Dit is van belang als u methylprednisolon langer dan 2 weken achter elkaar gebruikt. Overleg hierover met uw arts of apotheker. Ook als u met een van deze medicijnen gaat stoppen.

  • De medicijnen tegen epilepsie carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne en primidon.
  • De medicijnen tegen tuberculose rifabutine en rifampicine.
  • Sint-janskruid (hypericum), een kruidenmiddel tegen depressieve klachten.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden, alcohol drinken en alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap

  • Gebruikt u dit medicijn als stootkuur van enkele dagen of weken? Overleg dan met uw arts. Een korte stoorkuur met dit medicijn is soms mogelijk tijdens de zwangerschap of als u zwanger wilt worden.
  • Gebruikt u dit medicijn meerdere maanden? Meld het aan uw arts en apotheker als u zwanger bent, of binnenkort wilt worden. Samen met uw arts kunt u bespreken wat het risico voor de baby is als u doorgaat met het medicijn. Of wat het risico voor u is als u met het medicijn stopt. Bij gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap bestaat namelijk een risico op bijwerkingen bij het kind. Er is een risico dat de baby minder goed groeit of te vroeg geboren wordt. Daarom zal de arts tijdens de zwangerschap de groei van de baby extra controleren. Ook kan de afweer van de baby slechter zijn. Gebruikt u dit medicijn tijdens de laatste 3 maanden van de zwangerschap (derde trimester)? Dan kan dit medicijn de bijnierschors van het kind remmen. Na de bevalling kan de baby last krijgen van een lage bloedsuiker en lage bloeddruk. 
  • Gebruikt u methylprednisolon als substitutietherapie tijdens een corticosteroïd-crisis? Dat is veilig voor de baby.

Borstvoeding

Wilt u borstvoeding geven? Overleg dan met uw arts of apotheker. Dit medicijn komt namelijk in kleine hoeveelheden in de moedermelk terecht. Soms is het nodig om na de injectie 2 tot 4 uur te wachten voor u borstvoeding geeft. Het medicijn is dan weer voor een groot deel uit de moedermelk verdwenen. Hierdoor krijgt het kindje zo min mogelijk medicijn binnen. Kolf de melk tot 2 tot 4 uur na de injectie af en gooi dit weg.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Hoe?

Infuus of injecties
Meestal geeft een arts of verpleegkundige het infuus of de injecties.
Gebruikt u dit medicijn in noodsituaties bij een corticosteroïd-crisis? Soms kunnen u of uw partner uitleg krijgen om zelf een injectie te kunnen geven. Bijvoorbeeld wanneer u op vakantie gaat.

Tablet of capsule om in te nemen
Heeft u multiple sclerose (MS)? Dan kan uw arts dit medicijn ook als tablet of capsule voorschrijven. U kunt de tablet of capsule zelf thuis innemen. Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

Hoelang?

Stootkuur
Een stootkuur is een behandeling die een paar dagen tot weken duurt. De hoeveelheid per dag is meer dan bij een langdurige behandeling met methylprednisolon. Bij een stootkuur met methylprednisolon krijgt u iedere dag, om de dag of iedere week een injectie. De injecties werken een paar dagen lang. Heeft u multiple sclerose (MS)? Dan kunt de stootkuur ook als tablet of capsule krijgen. Deze moet u dan 3 tot 5 dagen lang innemen via uw mond.

Bij een stootkuur zijn er meestal geen ernstige bijwerkingen.

U krijgt een stootkuur meestal als chronische ontstekingsziekten opeens erger worden. Methylprednisolon geneest de aandoening niet, maar onderdrukt de ziekteverschijnselen. Hierdoor kan uw lichaam zich makkelijker herstellen.

Meestal merkt u binnen een paar uur dat het werkt. Soms is de stootkuur bedoeld om een periode te overbruggen. Tot u merkt dat een ander medicijn, dat langzamer is, gaat werken.

Langdurige behandeling
Een behandeling van een paar maanden of langer bestaat meestal uit een tweewekelijkse of maandelijkse injectie met methylprednisolon.
De hele behandeling lang bepaalt uw arts samen met u of de hoeveelheid methylprednisolon moet worden bijgesteld. Zodat u de laagst mogelijk dosering gebruikt die nog goed werkt.
Deze lange behandeling wordt toegepast bij ernstige ziekten met ontstekingsverschijnselen, als andere medicijnen niet of onvoldoende helpen.
Het kan bij deze aandoeningen een paar weken duren voor u merkt dat methylprednisolon werkt.

Substitutietherapie 
Bij substitutietherapie vervangt methylprednisolon het lichaamseigen cortisol, als uw lichaam dat niet meer voldoende aanmaakt. Methylprednisolon wordt vooral gebruikt tijdens een corticosteroïd-crisis. Tabletten of capsules werken dan vaak niet snel genoeg. Ook bent u tijdens zo’n crisis vaak niet meer in staat te slikken. Als substitutietherapie kunt u methylprednisolon levenslang gebruiken. Heeft u bij een corticosteroïdcrisis een noodinjectie gebruikt? Bel dan daarna meteen uw arts.

Wanneer?

  • Multiple sclerose (MS): als stootkuur van 3 tot 5 dagen. U krijgt elke dag een injectie of infuus met methylprednisolon. Of u moet elke dag een tablet of capsule innemen.
  • Systemische lupus erythematodes (SLE): meestal een stootkuur van 1 tot 3 dagen met ieder dag een injectie of infuus.
  • Reumatoïde artritis (reuma): u gebruikt prednisolon meestal tot het DMARD (reumamedicijn) begint te werken.
  • Ook schrijven artsen het voor als de klachten opeens erger worden. U krijgt het dan als stootkuur van1 tot 4 dagen.
  • Of u krijgt een behandeling van een paar maanden met een lagere dosering. U krijgt de injectie dan eens per maand.
  • Colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn: in het begin krijgt u dagelijks een injectie. Na verbetering van de klachten krijgt u 2 tot 3 maanden lang steeds een minder sterke injectie met methylprednisolon om de kuur af te bouwen. Of de arts zet u over op tabletten of capsules met een bijnierschorshormoon, zoals prednisolon.
  • Ernstige huidallergie (zoals ernstige allergie door aanraking planten): één keer een injectie.
  • Contactallergie: 1 injectie die na 5 tot 10 dagen moet worden herhaald.
  • Juveniele dermatomyositis meestal een stootkuur van 3 dagen met ieder dag een injectie.
  • Overige huidaandoeningen de behandeling bestaat vaak uit iedere week een injectie, een paar weken lang.
  • Oogontstekingen: de behandeling is een stootkuur, waarbij u 1 tot 3 dagen iedere dag een injectie krijgt.
  • Nierontstekingen en het syndroom van Goodpasture: meestal krijgt u een aantal dagen lang iedere dag of om de dag een injectie.
  • Bloedstollingsziekten: meestal krijgt u een aantal dagen lang iedere dag of om de dag een injectie.
  • Auto-immuun hemolytische anemie: de behandeling duurt meestal 1 tot 3 dagen.
  • Bij misselijkheid door chemotherapie: u krijgt dit medicijn per infuus of injectie ,een uur voor de chemo wordt toegediend en tot minstens 3 uur erna.
  • Bijnierziekten (substitutietherapie): u kunt methylprednisolon levenslang gebruiken.
  • Overige aandoeningen: de duur van de behandeling is afhankelijk van de soort en de ernst van de aandoening. Bij hevige ziekteverschijnselen is vaak een korte kuur van een paar dagen tot weken nodig. Bij chronische aandoeningen met minder hevige verschijnselen, moet de behandeling vaak juist een paar maanden doorgaan. En daarna langzaam worden afgebouwd.