Header afbeelding
Gezondheidscentrum Molenweg
Molenweg 60 4651 CM
Steenbergen

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

methylnaltrexon

Methylnaltrexon werkt tegen de bijwerkingen op de darmen van sterke pijnstillers (opiaten zoals morfine). Het werkt daardoor tegen verstopping door deze pijnstillers.

Artsen schrijven het voor bij ernstige verstopping die is veroorzaakt door sterke pijnstillers.

Wat doet methylnaltrexon en waarbij gebruik ik het?

Verstopping

Oorzaak
Verstopping kan verschillende oorzaken hebben. Bijvoorbeeld het gebruik van sterke pijnstillers (opiaten), omdat deze de werking van de darmen kunnen stil leggen.

Verschijnselen
Bij verstopping door sterke pijnstillers is de ontlasting hard en droog. Verder kunt u last hebben van buikpijn, buikkrampen, een opgezette buik en opkomend maagzuur.

Door de droge harde ontlasting is de stoelgang pijnlijk. In sommige gevallen is de verstopping zo ernstig dat de ontlasting niet meer komt.

Behandeling
Meestal behandelen artsen verstopping die is ontstaan door sterke pijnstillers met een laxeermiddel in drankvorm, klysma's of met het medicijn bisacodyl.

Artsen schrijven methylnaltrexon alleen voor bij deze vorm van verstopping als deze laxeermiddelen onvoldoende werken of niet kunnen worden gebruikt.

U krijgt methylnaltrexon via een injectie toegediend.

Werking
Methylnaltrexon blokkeert de werking van de sterke pijnstillers in de darmen en voorkomt zo dat deze pijnstillers de darmen stilleggen. Het werkt alleen bij verstopping die is ontstaan door sterke pijnstillers. De ontlasting komt meestal binnen een paar uur op gang.

Lees meer over verstopping . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals buikpijn, misselijkheid, winderigheid, diarree of zelden braken.

    Overleg met uw arts bij ernstige diarree. Mogelijk is dit medicijn dan niet geschikt voor u.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Duizeligheid

  • Pijn op de plaats van de injectie. Ook zijn mogelijk een stekend gevoel, branderigheid, roodheid en zwelling.

  • Koude rillingen, trillen, loopneus, opvliegers, veel zweten en hartkloppingen.

    Dit ontstaat omdat methylnaltrexon de effecten van de sterke pijnstiller niet alleen in de darmen, maar ook in de rest van het lichaam kan tegengaan. Meestal werkt het middel alleen in de darmen.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Ernstigere maagdarmklachten, zoals een beschadiging of gaatje in de wand van maag of darm.

    Meld daarom ernstige, aanhoudende of verergerde buikklachten meteen bij uw arts.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik methylnaltrexon gebruiken met andere medicijnen?

Van dit middel zijn geen belangrijke wisselwerkingen met andere medicijnen bekend.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden
Dit medicijn kan duizeligheid veroorzaken. Rijd geen auto als u daar last van heeft.

alcohol drinken en alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Gebruik dit medicijn NIET als u zwanger bent of binnenkort zwanger wilt worden. Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Meld het in elk geval aan uw arts zodra u zwanger bent of binnenkort wilt worden.

Mogelijk kan de arts u (tijdelijk) een ander medicijn voorschrijven, waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

Borstvoeding
Gebruik dit medicijn NIET als u borstvoeding geeft, of stop de borstvoeding. Het is niet bekend of dit middel in de moedermelk terechtkomt en of het schadelijk is voor de baby.

Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts of apotheker. Mogelijk kan de arts u (tijdelijk) een ander medicijn voorschrijven, waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Hoe?
De injectie wordt door een arts of verpleegkundige gegeven, vlak onder de huid. Meestal in een bovenbeen, de buik of bovenarm.

Wanneer?
De injectie wordt meestal een keer per 2 dagen gegeven. Soms iedere dag.

Hoe lang?
U kunt dit medicijn meerdere maanden gebruiken. Artsen schrijven het meestal niet langer dan 4 maanden voor, omdat niet is onderzocht of langer gebruik veilig is.