Header afbeelding
Gezondheidscentrum Molenweg
Molenweg 60 4651 CM
Steenbergen

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Medische encyclopedie > Geneesmiddelen zoeken > Geneesmiddelen overzicht > indacaterol met glycopyrronium inhalatie

Inhoud

indacaterol met glycopyrronium inhalatie

Indacaterol en glycopyrronium zijn luchtwegverwijders.

Artsen schrijven de combinatie voor bij COPD.

Wat doet indacaterol met glycopyrronium inhalatie en waarbij gebruik ik het?

Chronische obstructieve longziekte (COPD)

Verschijnselen
COPD is de Engelse afkorting voor chronisch obstructieve longziekte. Bij COPD zijn de luchtwegen blijvend vernauwd en heeft u last van slijm in de luchtwegen. U moet daardoor veel hoesten en u bent vrijwel altijd benauwd. De klachten kunnen af en toe verergeren of juist verminderen. De oorzaak van COPD is meestal een beschadiging van de luchtwegen, bijvoorbeeld door roken.

Behandeling
De arts zal indacaterol met glycopyrronium voorschrijven als de behandeling met kortwerkende luchtwegverwijders onvoldoende helpt en als u vooral ’s nachts last heeft van benauwdheid.

Werking
Indacaterol en glycopyrronium voorkomen aanvallen van benauwdheid. Het werkt binnen 5 minuten. De werking houdt ongeveer 24 uur aan. Indacaterol en glycopyrronium worden daarom langwerkende luchtwegverwijders genoemd. Ze worden niet gebruikt om snel een benauwdheidsaanval te stoppen, maar om benauwdheid te voorkomen.

Lees meer over chronische obstructieve longziekte (copd) . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Hoest

    Ongeveer 1 op de 5 patiënten hoest even enkele seconden na inhalatie. Dit verschijnsel verdwijnt snel vanzelf. Mocht u langer hoesten of ook benauwd worden, waarschuw dan uw arts.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Een droge mond, geïrriteerde keel en neusholte.

    Als de mond te droog wordt, kunnen zich eerder gaatjes in uw gebit ontwikkelen. Poets en flos daarom extra goed als u merkt dat u last heeft van een te droge mond. Laat eventueel de tandarts vaker uw gebit controleren.

  • Ontsteking van de bovenste luchtwegen. U kunt last krijgen van verkoudheidsverschijnselen, keelpijn, loopneus, voorhoofdsholte- of bijholteontsteking (sinusitis).

    Meestal verdwijnen deze verschijnselen binnen enkele dagen. Blijft u last houden, of heeft u ernstige klachten? Neem dan contact op met uw arts.

  • Hoofdpijn en slapeloosheid.

    Meestal verdwijnen deze klachten binnen enkele dagen. Blijft u last houden? Neem dan contact op met uw arts.

  • Pijn op de borst.

    Trekt de pijn niet snel weg, waarschuw dan uw arts.

  • Oedeem. Dit merkt u vooral aan opgezwollen enkels en voeten.

    Neem contact op met uw arts als u dit merkt.

  • Maagdarmklachten, zoals maagpijn, verminderde eetlust, misselijkheid, braken, diarree en buikpijn. Zeer zelden opkomend maagzuur. Mensen met slokdarmontsteking door opkomend maagzuur (refluxziekte) kunnen hier meer last van krijgen.

     Overleg hierover met uw arts.

  • Blaasontsteking en moeilijk kunnen plassen. Mensen met een vergrote prostaat kunnen hier meer last van krijgen.

    Overleg hierover met uw arts.

  • Spierpijn, spierkramp, of pijn in armen en benen.

    Raadpleeg dan uw arts.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Toename van benauwdheidsklachten direct na toedienen van het medicijn.

    In dat geval dit medicijn niet meer gebruiken en een arts raadplegen.

  • Hartkloppingen en andere hartritmestoornissen. U kunt last krijgen van plotselinge duizelingen of kortdurend buiten bewustzijn raken. Dit is vooral van belang voor mensen met een bepaalde hartritmestoornis, namelijk het aangeboren verlengde QT-interval.

    Gebruik dit medicijn NIET als u deze hartritmestoornis heeft. Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn.

  • Tintelingen of een verdoofd gevoel in de vingers.

  • Vermoeidheid en een zwak gevoel.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. U merkt dit aan galbulten of jeuk.

    In zeer zeldzame gevallen kunt u last krijgen van gezwollen oogleden, lippen of gezicht of ernstige benauwdheid. Waarschuw dan direct een arts of ga naar de Eerste-Hulpdienst. Als u overgevoelig bent voor dit medicijn, geef dit dan altijd door aan de apotheker. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik indacaterol met glycopyrronium inhalatie gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Sommige bètablokkers. Bètablokkers worden gebruikt bij hart- en vaatziekten, migraine, schildklierziekten en examenvrees. Bètablokkers kunnen het effect van indacaterol tegengaan. Hierdoor kunt u meer last van benauwdheid krijgen. Als u merkt dat u benauwder bent, neem dan contact op met uw arts. Gebruikt u een bètablokker? Neem contact op met uw arts als u deze combinatie voorgeschreven krijgt. Mogelijk is een ander medicijn beter geschikt voor u. De bètablokkers bij hart- en vaatziekten waarbij de wisselwerking optreedt zijn carvedilol, labetalol, oxprenolol, propranolol, sotalol.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden, alcohol drinken en alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Daarom is niet zeker of dit medicijn altijd veilig is voor zwangere vrouwen en hun kind. Meld het aan uw arts en apotheker als u zwanger bent, of binnenkort wilt worden. Misschien kan uw arts een ander medicijn voorschrijven. Een medicijn waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

Borstvoeding
U kunt dit medicijn veilig gebruiken als u borstvoeding geeft. Dit medicijn komt (vanuit uw longen) in zeer kleine hoeveelheden in uw bloed. Hierdoor kan er maar weinig in de moedermelk komen.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek.

Hoe?

Goed inhaleren vergt veel oefening
De werkzame stof moet diep in uw longen terechtkomen. In de apotheek kunt u een checklist krijgen waarop voor uw inhalatieapparaat alle handelingen staan die nodig zijn bij het inhaleren. Vraag de apotheekmedewerker of arts om het voor te doen en oefen een keer in zijn bijzijn. Deze persoon kan dan nagaan of u alle handelingen goed uitvoert. Laat regelmatig, bijvoorbeeld ieder jaar, controleren of u nog op de juiste manier inhaleert. Lukt het u niet om goed te inhaleren? Vraag uw arts of apotheek om advies.

  • Gebruik alleen de Breezhaler die in de verpakking zit, andere inhalatie-apparaatjes zijn niet geschikt.
  • Haal vlak voor gebruik een capsule uit de strip. Scheur een vakje van de strip af, haal de folie van de achterkant af en neem de capsule uit het vakje. Druk de capsule niet door de folie heen!
  • Verwijder het beschermkapje van de inhalator.
  • Houd de onderkant van de inhalator vast en klap het mondstuk open. U ziet nu een holte waar de capsule in past. Stop de capsule daar in.
  • Klap het mondstuk weer terug, u hoort een klik als de inhalator correct gesloten is.
  • Houd de inhalator met het mondstuk naar boven en druk de beide knoppen aan de onderkant gelijktijdig in. U hoort een klik, zodat u weet dat de capsule is doorgeprikt. Druk maar één keer op de knoppen! Laat daarna de knoppen los. Adem uit en plaats het mondstuk in uw mond. Sluit uw lippen stevig om het mondstuk.
  • Adem rustig en volledig in. Het poeder komt zo dieper in de longen.
  • Tijdens het inhaleren hoort u een zoemend geluid. Dit is een teken dat u juist inhaleert. Hoort u het geluid niet, dan zit de capsule mogelijk vast in de holte. Open het mondstuk en maak de capsule voorzichtig los door op de bodem van de inhalator te tikken. Druk niet op de knoppen aan de zijkant.
  • Hou na inhalatie de adem 5-10 tellen vast en doe het mondstuk uit uw mond.
  • Adem vervolgens uit.
  • Controleer of alle poeder uit de capsule weg is. Zo niet, inhaleer het resterende poeder uit de capsule nogmaals.
  • Gooi de lege capsule weg, sluit de inhalator en zet het beschermkapje er weer op.
  • Bij elke verpakking zit een inhalator. Gooi de oude inhalator weg, zodra u een nieuwe verpakking aanbreekt. Gooi een inhalator altijd weg na 30 dagen gebruik.
  • Let op: soms breken stukjes van de capsulewand af bij het doorprikken van de capsule. U voelt het dan op uw tong. Inademen of doorslikken van stukjes capsule kan geen kwaad. De kans op afbreken is groter als u de capsule vaker dan één keer doorprikt. Druk de knoppen aan de zijkant dus altijd maar één keer in.
  • Spoel uw mond na gebruik. U voorkomt hiermee gaatjes (tandcariës).

Wanneer?
U gebruikt dit medicijn eenmaal per dag. Kies hiervoor een vast tijdstip, dan vergeet u minder snel een dosis.

Hoe lang?
U gebruikt dit medicijn meestal langdurig. Het kan een paar weken duren voor uw klachten verminderd zijn. Als u na 4 weken geen effect merkt, neem dan contact op met uw arts.

COPD is een chronische longziekte. Meestal zult u dit medicijn langdurig gebruiken om benauwdheid te voorkomen.