Header afbeelding
Gezondheidscentrum Molenweg
Molenweg 60 4651 CM
Steenbergen

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

ibrutinib

Ibrutinib is een tyrosinekinaseremmer. Het is een doelgerichte kankerremmende stof ('targeted therapy'). Het remt de groei en het uitzaaien van kankercellen.

Artsen schrijven het voor bij bepaalde vormen van kanker in het bloed (leukemie) of de lymfeklieren.

Wat doet ibrutinib en waarbij gebruik ik het?

Kanker

Kanker is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende aandoeningen, waarbij lichaamscellen zich ongeremd vermenigvuldigen. Het gevolg is tumoren (gezwellen) of afwijkingen in bloed en lymfebanen. Het is een ernstige ziekte die fataal kan zijn als men er niets aan doet.

Dankzij nieuw onderzoek is tegenwoordig goede behandeling voor veel soorten kanker mogelijk.

Ibrutinib helpt bij de bestrijding van verschillende vormen van kanker, namelijk:

  • Lymfeklierkanker. Het lymfestelsel bestaat uit de lymfeklieren, de milt, de amandelen, het beenmerg en de zwezerik (thymus). Ibrutinib wordt gebruikt bij verschillende lymfomen, zoals mantelcel-lymfoom. Het wordt in onderzoek toegepast bij grootcellig B-cel lymfoom, folliculair lymfoom en marginale-zone lymfoom. Deze lymfomen worden ook wel aangeduid met de naam non-Hodgkin lymfoom. Ibrutinib wordt hierbij gebruikt als andere behandelingen niet werken of als de kanker teruggekomen is.
  • Chronische lymfatische leukemie (CLL). Dit is een vorm van leukemie waarbij er te veel van een bepaald soort witte bloedcellen in het bloed aanwezig is.
  • Ziekte van Waldenström. Hierbij produceren witte bloedcellen te veel van een bepaald type eiwit. Deze eiwitten komen in het bloed, waardoor ze ziekteverschijnselen veroorzaken.

Oorzaak
In elke cel zit DNA. DNA bevat de erfelijke eigenschappen van ons lichaam, zoals de bloedgroep en de kleur van de ogen. Door het DNA weten cellen wat ze moeten doen. Bijvoorbeeld ook hoe snel ze zich moeten delen.
Bij een celdeling ontstaan uit één cel 2 dochtercellen, met exact hetzelfde DNA als de moedercel. Als het stukje DNA dat de celdeling bestuurt, beschadigd raakt, kan de cel zich sneller gaan delen. De dochtercellen van elke cel bevatten dezelfde beschadiging in het DNA. Daardoor gaan ook deze cellen zich ongeremd delen, met kanker tot gevolg.

Hoe de beschadiging in het DNA ontstaat, is vaak onbekend. Het lijkt soms te komen door chemische stoffen als teer in tabaksrook, of door asbest, alcohol, te veel of te vet voedsel, straling of door een erfelijke aanleg.

Verschijnselen
Kanker is een verraderlijke ziekte. Elke kankersoort veroorzaakt weer andere klachten. Sommige klachten komen bij vrijwel alle kankersoorten voor, zoals erge vermoeidheid, gebrek aan eetlust en sterke vermagering (bijvoorbeeld meer dan drie kilo per maand).

  • Bij mantelcel-lymfoom: bloedingen, zoals bloedend tandvlees en bloedneuzen, koorts, nachtelijk zweten, zwellingen in hals, liezen of oksels.
  • Bij chronische lymfatische leukemie (CLL): infecties, vermoeidheid, bloedingen of blauwe plekken, zwellingen in hals, liezen of oksels, en pijn in de bovenbuik.
  • Bij de ziekte van Waldenström: zwellingen in hals, liezen of oksels, koorts en nachtelijk zweten. In een later stadium ook bloedarmoede, bloedingen en infecties.

Werking
Tyrosinekinase is een type enzym dat alle cellen, dus ook kankercellen, nodig hebben voor hun groei. Ibrutinib remt deze enzymen. Hierdoor kunnen kankercellen niet verder groeien.

Lees meer over kanker . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Dit medicijn heeft een krachtige werking op de celdeling, niet alleen van kankercellen maar ook van gezonde lichaamscellen. Hierdoor kunnen bijwerkingen ontstaan, bijvoorbeeld op plaatsen waar de cellen zich van nature snel delen. Dit zijn de slijmvliezen van mond, maag en darmen, de huid, de haren en het bloed.

Door de lijst van bijwerkingen kan het lijken dat het medicijn erger is dan de kwaal. Maar de bijwerkingen komen lang niet bij iedereen in dezelfde mate voor. Bovendien gaan de bijwerkingen vaak geleidelijk over.

De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende.

Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals diarree, maagpijn, zuurbranden of een opgeblazen gevoel. Soms misselijkheid, braken of verstopping.

    Zelden ontstaat een ernstige diarree. Zorg dat u extra drinkt als u diarree heeft en moet overgeven. Neem contact op met uw arts als u bovenop uw normale ontlastingpatroon viermaal of vaker per dag dunne ontlasting heeft of als u ook 's nachts diarree heeft. Soms is het nodig om uitdroging te voorkomen met geneesmiddelen tegen diarree of een vochtinfuus. Ook als u vaker dan één keer per dag moet braken moet u de arts waarschuwen.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Te weinig witte en rode bloedcellen en bloedplaatjes in het bloed. Krijgt u koorts of verschijnselen van een infectie, zoals benauwdheid, kortademigheid en hoesten? Raadpleeg dan altijd meteen uw arts.
    Te weinig rode bloedcellen merkt u aan extreme vermoeidheid en een bleke huid.
    Te weinig bloedplaatjes merkt u aan bloedingen, zoals bloedneuzen, snel blauwe plekken, bloed in de urine.

    Uw arts zal uw bloed elke maand laten controleren. Soms moet u tijdelijk met de behandeling stoppen tot het aantal bloedcellen weer voldoende is.
    Door te weinig witte bloedcellen is de lichaamseigen afweer verminderd. U merkt dit aan vaker infecties, zoals verkoudheid, bronchitis, longontsteking, blaasontsteking of huidinfecties. Of aan keelpijn, koorts en blaren in de mond.

  • Hoofdpijn, koorts.

    Zelden ontstaat hoofdpijn door een bloeduitstorting bij de hersenvliezen of in de hersenen. Waarschuw de arts bij ongewone hoofdpijn.

  • Pijn in spieren en gewrichten, spierkramp.

  • Vasthouden van vocht (oedeem). Dit merkt u aan gezwollen enkels en onderbenen of benauwdheid.

    Raadpleeg dan uw arts.

  • Pijnlijke mond, tong of keel.

    Deze bijwerking ontstaat door ontsteking van de slijmvliezen van mond, keel en slokdarm. U kunt dit zien aan een vuurrode kleur van de slijmvliezen. Eten en drinken kunnen hierdoor pijnlijk zijn. In veel gevallen helpt het om op ijsblokjes te zuigen.

  • Huiduitslag

    Dit kan wijzen op overgevoeligheid, maar dat hoeft niet. Zie Zelden: Overgevoeligheid.

  • Afbreken van de nagels

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Duizeligheid, wazig zien.

  • Huidtumoren. Raadpleeg uw arts, als u ongewone vlekken of bultjes op uw huid bemerkt.

  • Sepsis. U merkt het aan koorts of juist een te lage temperatuur, snelle ademhaling en snelle hartslag.

    Sepsis is een hevige reactie van het lichaam op een infectie met bacteriën, virussen of schimmels. Waarschuw bij de verschijnselen direct een arts.

  • Hoge bloeddruk

    Uw arts zal uw bloeddruk regelmatig controleren.

  • Verminderde werking van de nieren. Waarschuw uw arts als u minder plast of benauwd wordt.

    De dode kankercellen brengen namelijk zoveel mineralen en andere lichaamseigen stoffen in één keer in het bloed, dat de filters in de nieren verstopt kunnen raken. Ook andere organen kunnen hierdoor verstopt raken.

  • Te veel urinezuur in het bloed. U kunt hierdoor een jichtaanval krijgen.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u onder andere aan galbulten, huiduitslag en rode huid.

    Raadpleeg dan een arts.
    Zeer zelden ontstaan zwellingen van gezicht, mond, lippen en keel. U kunt hierbij erg benauwd worden. In zeer zeldzame gevallen kan een ernstige huidaandoening ontstaan met blaarvorming. De blaren ontstaan met name op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen. In beide gevallen moet u onmiddellijk een arts opzoeken of naar de eerstehulpdienst gaan.
    Blijkt u inderdaad overgevoelig te zijn voor dit medicijn, meld dat dan altijd aan uw apotheker. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

  • Hartritmestoornissen

    Dit komt vaker voor als u eerder een hartritmestoornis heeft gehad. Raadpleeg uw arts bij hartkloppingen.
    Een enkele keer is een plotselinge hartstilstand opgetreden.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Bloeding in maag of darmen. Waarschuw een arts als u bloed bij de ontlasting merkt, of als uw ontlasting zwart is.

  • Bloedstolsel in een bloedvat (trombose). U merkt dit aan pijn in uw kuit, of plotselinge benauwdheid.

    Dit komt omdat de witte bloedcellen samenklonteren, waardoor een bloedvat kan worden afgesloten. Waarschuw bij verschijnselen uw arts.

     

  • Beroerte. Dit merkt u aan plotselinge klachten, zoals verlammingen in het gezicht (bijvoorbeeld een scheve mond), verward spreken en denken, verlammingen aan arm of been, uitval van delen van het gezichtsveld en tintelingen.

    Waarschuw onmiddellijk een arts.

  • Ontsteking onder de huid. Het vet onder uw huid kan ontstoken raken en voor pijnlijke bultjes zorgen.

    Neem contact op met uw arts als u last krijgt van uw huid of bultjes voelt.

  • Opvlammen van hepatitis-B-virusinfectie. U kunt dit merken aan een gevoelige, opgezwollen buik of een gele verkleuring van het oogwit of van de huid.

     Waarschuw dan een arts. Neem contact op met uw arts als u hepatitis B heeft.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik ibrutinib gebruiken met andere medicijnen?

Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Antistollingsmedicijnen zoals acetylsalicylzuur, clopidogrel, dipyridamol, heparines, prasugrel, acenocoumarol en fenprocoumon. Door deze medicijnen heeft u meer kans op bloedingen. Overleg met uw arts.
    Gebruikt u acenocoumarol of fenprocoumon? Uw apotheek zal bij de eerste keer uw trombosedienst laten weten dat u ibrutinib gebruikt. Vertel ook zelf de trombosedienst wanneer u begint of als u stopt met ibrutinib of als de dosering verandert. Uw stolling moet dan extra worden gemeten.
  • De medicijnen tegen depressie citalopram, duloxetine, escitalopram, etoricoxib, fluoxetine, fluvoxamine, paroxetine, sertraline en venlafaxine. Door deze medicijnen heeft u meer kans op bloedingen. Overleg hierover met uw arts.
  • Pijnstillers van het NSAID-type zoals diclofenac, fenylbutazon, ibuprofen, piroxicam en naproxen. Deze pijnstillers kunnen ervoor zorgen dat u meer kans heeft op bloedingen. Overleg hierover met uw arts.
  • Vaccins. Overleg met uw arts als u gevaccineerd gaat worden. Bepaalde vaccins mag u niet gebruiken. Ibrutinib vermindert de werkzaamheid van deze vaccins en verhoogt de kans op bijwerkingen ervan. Dit betreft onder andere bof-mazelen-rodehondvaccin (BMR), gelekoortsvaccin, rotavirusvaccin en BCG-vaccin.
    Bij andere vaccins moet u soms een extra vaccinatie krijgen of moet uw bloed onderzocht om te kijken of het vaccin goed heeft gewerkt. Dit betreft onder andere influenzavaccin, tetanusvaccin en vaccin tegen baarmoederhalskanker.
  • Sommige medicijnen tegen hiv en hepatitis C. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.
  • Sommige medicijnen tegen kanker. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat. De werking of bijwerkingen van deze medicijnen kunnen veranderen. Overleg hierover met uw arts.

Sommige medicijnen kunnen de bijwerkingen van ibrutinib versterken. Overleg met uw arts als u een van de volgende medicijnen gebruikt.

  • Claritromycine en erytromycine, antibiotica.
  • Itraconazol en voriconazol, medicijnen tegen schimmelinfecties.
  • Ketoconazol, een medicijn tegen de ziekte van Cushing.

De volgende medicijnen verminderen de werking van ibrutinib. Mogelijk past uw arts de dosering aan. Of controleert de werking van ibrutinib. Overleg hierover met uw arts. Als u stopt met het medicijn duurt het een paar weken totdat dit effect op ibrutinib weg is.

  • Hypericum (sint-janskruid), een kruidenmiddel tegen depressieve klachten.
  • De medicijnen tegen epilepsie carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne en primidon. Sommige van deze medicijnen worden ook gebruikt bij zenuwpijn en manische depressie.
  • De medicijnen tegen tuberculose rifampicine en rifabutine.
  • Mitotaan, een medicijn tegen de ziekte van Cushing en bijnierschorskanker.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Ja, dat kan. Dit medicijn heeft geen invloed op hoe goed u kunt autorijden.

alcohol drinken?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

alles eten?
Bij dit medicijn kunt u beter niet te veel grapefruit eten, of grapefruitsap drinken. Dan is de kans op bijwerkingen namelijk groter.

  • Wilt u grapefruitsap drinken? Drink niet meer dan 2 dagen per week een glas grapefruitsap. En wacht elke keer dat u grapefruitsap heeft gedronken ten minste 3 dagen totdat u weer grapefruitsap drinkt.
    Dus: als u op maandag grapefruitsap drinkt, wacht dan tot donderdag met het opnieuw drinken van grapefruitsap.
  • Wilt u grapefruit eten? Eet niet meer dan 2 dagen per week 1 of 2 grapefruits. En wacht na elke keer dat u grapefruit hebt gegeten ten minste 3 dagen totdat u weer grapefruit eet.
    Dus: als u op maandag grapefruit eet, wacht dan tot donderdag met het opnieuw eten van grapefruit.

Bent u gewend om veel of vaak grapefruits te eten, of grapefruitsap te drinken? Bespreek dit dan met uw apotheker of arts. Misschien is er een ander medicijn dat u kunt gebruiken dat wel goed samengaat met grapefruit(sap). Lees hier meer informatie over grapefruit en medicijnen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
U mag dit medicijn NIET gebruiken als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Het is niet bekend of dit medicijn veilig is tijdens de zwangerschap. In theorie kan het aangeboren afwijkingen of bloedingen bij het kind veroorzaken. Gebruik daarom een goede anticonceptie tijdens en tot minstens 3 maanden na de behandeling. Overleg hierover met uw arts.

Borstvoeding
Geef GEEN borstvoeding als u dit medicijn moet gebruiken. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk komt en of het bijwerkingen bij het kind zal geven.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Hoe?

  • Capsules. Heel doorslikken met een half glas water. De capsule niet openmaken of kauwen.
  • Tabletten. Heel doorslikken met een half glas water. De tablet niet kauwen, fijnmaken of breken.

Wanneer?
U gebruikt dit medicijn 1 keer per dag. Kies hiervoor steeds hetzelfde moment van de dag, dan vergeet u minder snel een dosis.

Hoelang?
U kunt ibrutinib meerdere maanden of jaren gebruiken. Uw arts zal uw bloed regelmatig onderzoeken om te controleren of de behandeling het gewenste effect heeft.