Header afbeelding
Gezondheidscentrum Molenweg
Molenweg 60 4651 CM
Steenbergen

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

haloperidol

Haloperidol hoort tot de klassieke antipsychotica. Het zorgt dat stoffen die van nature in de hersenen voorkomen minder werken, vooral dopamine. Hierdoor worden psychosen en onrust minder.

Artsen schrijven het voor bij psychose, schizofrenie, manie, onrust, dementie, tics, dwangstoornissen, misselijkheid en braken.

Wat doet haloperidol en waarbij gebruik ik het?

Psychose

Verschijnselen
Bij een psychose ziet iemand zichzelf en de wereld om zich heen anders dan hoe dit eigenlijk is. Dit worden wanen en hallucinaties genoemd. Psychotische mensen wantrouwen hun omgeving vaak en zijn in de war. Een psychose kan voor de patiënt en de omgeving erg beangstigend zijn.

Oorzaken
Psychosen kunnen in verschillende situaties optreden. Bijvoorbeeld bij schizofrenie, depressiviteit, tijdens een manie bij manische depressiviteit. Verder bij dementie, alcoholontwenning, extreme angst of bij vergiftigingen zoals van alcohol, drugs en sommige medicijnen. Het heet in de laatste gevallen ook vaak een delirium. Een delirium duurt veel minder lang dan een psychose.

Werking
Haloperidol zorgt dat stoffen die van nature in de hersenen voorkomen minder werken, vooral dopamine. Hierdoor worden psychosen en onrust minder.

De druppels en tabletten werken na een paar uur. En ze werken ongeveer een halve dag lang.

Er zijn injecties die na 20 minuten werken en ongeveer een halve dag lang werken. Er zijn ook injecties die na 3-9 dagen beginnen te werken en die 4 weken lang werken.

Lees meer over psychose . “

Schizofrenie

Verschijnselen
Schizofrenie is een psychische aandoening. U kunt last hebben van dingen denken, zien, horen of voelen die er niet zijn. De belangrijkste verschijnselen bij schizofrenie zijn de psychoses en in de war zijn.

Bij een psychose ziet iemand zichzelf en de wereld om zich heen anders dan hoe dit eigenlijk is. Dit worden wanen en hallucinaties genoemd.

Mensen met schizofrenie voelen zich vaak ook depressief, angstig, schuldig of gespannen. Hierdoor kunnen zij zichzelf kunnen verwaarlozen, moeilijk sociale contacten leggen en zich afsluiten van de buitenwereld. Dit heten de ‘negatieve verschijnselen’ van schizofrenie.


Werking
Haloperidol onderdrukt de verschijnselen van een psychose. Maar werkt nauwelijks tegen de ‘negatieve verschijnselen’. Hierboven leest u hoe haloperidol werkt bij psychosen.

Lees meer over schizofrenie . “

Manie

Verschijnselen
Een manie is een periode van overdreven opgewektheid, met veel onrealistische plannen en acties. Mensen steken zich in deze periode vaak in de schulden. Ook doen ze dingen waar ze later spijt van hebben. Soms heeft men ook last van wanen en hallucinaties.

Meestal treedt een manie op bij iemand die lijdt aan manische depressiviteit. Bij deze ziekte wisselen ernstig depressieve periodes zich af met manische periodes.
Soms komen ze min of meer tegelijk voor en heeft men tijdens de manische periode ook depressieve gevoelens.

Behandeling
Bij een manie schrijven artsen lithium of valproïnezuur voor, of een antipsychoticum, zoals haloperidol. Soms worden beide gecombineerd.

Werking
De druppels en tabletten werken na een paar uur en werken ongeveer een halve dag lang.

Er zijn injecties die na 20 minuten werken en ongeveer een halve dag lang werken. Er zijn ook injecties die na 3-9 dagen beginnen te werken en die 4 weken lang werken.

Lees meer over manie . “

Onrust

Door psychiatrische aandoeningen, zoals autisme, en bij hersenbeschadigingen kunnen kinderen of volwassenen soms erg onrustig, agressief of angstig zijn.

Behandeling
Als dit niet op een andere manier goed onder controle is te krijgen, schrijven artsen rustgevende medicijnen voor. Meestal is dat een antipsychoticum, zoals risperidon of haloperidol.

Werking
Haloperidol vermindert de verschijnselen.

De druppels en tabletten werken na een paar uur en werken ongeveer een halve dag lang.

Er zijn injecties die na 20 minuten werken en ongeveer een halve dag lang werken. Er zijn ook injecties die na 3-9 dagen beginnen te werken en die 4 weken lang werken.

Lees meer over onrust . “

Dementie

Mensen met dementie hebben niet alleen last van erge geheugenstoornissen. Vaak zijn ze ook erg onrustig, angstig, agressief en hebben wanen. Wanen zijn vreemde gedachten over de buitenwereld die niet kloppen met de werkelijkheid, zoals achtervolgingswaan.

Behandeling
Tegen onrust, agressiviteit en wanen schrijven artsen soms een antipsychoticum voor, zoals haloperidol.

Lees meer over dementie . “

Tics

Verschijnselen
Bij het syndroom van Gilles de la Tourette heeft iemand last van tics. Dit zijn plotselinge bewegingen die niet zijn tegen te houden en steeds weer terugkomen. Bijvoorbeeld spiertrekkingen van het gezicht, schouders of armen. En het maken van geluiden, zoals snuiven, grommen of dwangmatig vloeken.

Behandeling
Haloperidol vermindert soms de tics. En ook angstgevoelens en de dwanghandelingen van het syndroom van Gilles de la Tourette.

De druppels en tabletten werken na een paar uur en werken ongeveer een halve dag lang.

Lees meer over tics . “

Dwangstoornis

Verschijnselen
Een dwangstoornis, zoals smetvrees, is een angststoornis. Hierbij voelen mensen de drang om de hele tijd bepaalde handelingen uit te voeren. Zoals overdreven vaak schoonmaken en wassen. Een dwangstoornis heet ook wel een ‘obsessief-compulsieve stoornis’.

Behandeling
Gesprekken met een psychiater of psycholoog (gedragstherapie) vormen de basis van de behandeling. Deze behandeling werkt bij 3 op de 4 mensen. Wanneer u ook last heeft van depressieve klachten of angstgevoelens kan uw arts u een antidepressivum adviseren. Als dit onvoldoende werkt, helpt het vaak om ook nog een antipsychoticum zoals haloperidol, te gebruiken.

Effect
Bij ongeveer de helft van de mensen vermindert de dwangstoornis na een paar weken.

Lees meer over dwangstoornis . “

Misselijkheid en braken

Oorzaak
Misselijkheid en braken ontstaan doordat het braakcentrum in de hersenen wordt geprikkeld. De prikkels kunnen komen vanuit het evenwichtsorgaan, ergens vanuit de hersenen, of van de maag en darmen.
 

Behandeling
Haloperidol wordt gebruikt als andere medicijnen tegen misselijkheid niet goed genoeg werken. Bijvoorbeeld bij ernstige misselijkheid na een operatie. Of bij chemotherapie of bij mensen die op sterven liggen.

Werking
Haloperidol stopt de prikkeling van het braakcentrum. Hierdoor worden misselijkheid en braakneiging minder.

De druppels en tabletten werken na een paar uur en werken ongeveer een halve dag lang.

Een injectie werkt na 20 minuten en werkt ongeveer een halve dag lang.

Lees meer over misselijkheid en braken . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)

  • Seksuele stoornissen, zoals minder zin in vrijen en moeilijker een erectie krijgen.

    Overleg met uw arts als u hier veel last van heeft.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Depressie of verergering van een bestaande depressie.

  • Bewegingsstoornissen, zoals rusteloosheid (akathisie), plotselinge spiertrekkingen in hoofd, mond of gezicht (dystonie) en spierstijfheid (parkinsonisme).

    Akathisie kan zich ook uiten in niet stil kunnen zitten, wiebelen met voet of hand, onrustgevoelens. En parkinsonisme in trillen, moeite met bewegen, lopen of spreken.
    Door deze bijwerkingen kunt u ook spier- of gewrichtspijn krijgen.
    Sommige bewegingsstoornissen beginnen binnen een paar dagen na de eerste dosis of na een dosisverhoging. Het kan ook na lange tijd van gebruik ontstaan, of pas na stoppen. Soms verdwijnt het binnen een paar dagen.
    Overleg met uw arts als u bewegingsstoornissen merkt. Soms kan uw arts de dosering verlagen. Of u een ander medicijn voorschrijven waar u minder last van krijgt. Ook zijn medicijnen mogelijk die de bewegingsstoornissen tegengaan.
    Zelden ontstaan 'late bewegingsstoornissen' (tardieve dyskinesie) U merkt ze eerst aan zuig-, kauw- en smakbewegingen, bewegingen van de tong en grimassen en tics van het gezicht. Of aan buig- en strekbewegingen van vingers en tenen. Of aan dansachtige bewegingen van armen en benen en zwaai- of draaibewegingen van schouders en bekken.
    Als deze bijwerkingen ontstaan is dat meestal na lange tijd van gebruik (meer maanden). Soms komen ze pas aan het licht als u met dit medicijn bent gestopt. Na stoppen nemen de verschijnselen na verloop van tijd af. Maar bij een deel van de mensen gaat deze bijwerking niet meer helemaal over.
    Overleg met uw arts als u lijdt aan de ziekte van Parkinson of als u al een bewegingsstoornis heeft. De verschijnselen kunnen door dit medicijn erger worden. Misschien kan de arts een ander medicijn voorschrijven.

  • Sufheid, slaperigheid, in de war zijn (verwardheid) en vermindering van het reactie-, concentratie- en coördinatievermogen.

    Voorkom ongelukken in het verkeer. En ook bij andere activiteiten thuis en op het werk. Bijvoorbeeld wanneer u een ladder beklimt, met apparaten werkt en op het werk iets bewaakt of controleert. Ook als u 's nachts uit bed moet om naar het toilet te gaan, kunt u minder controle over uw spieren hebben. Daardoor kunt u sneller vallen.

  • Hoofdpijn

    Overleg met uw arts als u hier veel last van heeft.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Gewichtstoename, door meer eetlust en een veranderde stofwisseling

    Overleg met uw arts of een diëtist als u hier veel last van heeft.

  • Gewichtsafname en minder eetlust

    Komt de eetlust niet vanzelf terug? En heeft u veel last heeft van gewichtsafname? Overleg dan met dan uw arts.

  • Bij vrouwen kan de menstruatie stoppen.

    Dit kan geen kwaad. Na stoppen met het medicijn komt de menstruatie weer op gang. Als u het erg vervelend vindt, overleg dan met uw arts.

  • Maagklachten

    Dit kunt u voorkomen of verminderen door de tabletten tijdens het eten in te nemen.

  • Verstopping (obstipatie)

    Eet vezelrijke voeding en drink veel.

  • Pijn en irritatie op de injectieplaats

    Als u haloperidol als injectie in de spier krijgt, kan dit pijnlijk zijn. Ook kunt u last krijgen van een onderhuidse knobbel op de injectieplaats. Dit verdwijnt vanzelf na een paar dagen.

  • Kwijlen, vooral tijdens de slaap

    Overleg met uw arts als u hier veel last van heeft.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Duizeligheid of zwart voor de ogen, vooral bij opstaan uit bed of uit een stoel.

    Dit gaat in het algemeen over als uw lichaam gewend is aan het medicijn. Dit is meestal binnen een paar dagen tot weken.
    Als u zich duizelig voelt, sta dan niet te snel op uit bed of van een stoel. U kunt dan het best even liggen. En de benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen. Blijft u last houden, bespreek dit dan met uw arts. Mogelijk kunt u het medicijn 's avonds innemen, dan heeft u overdag minder last van duizeligheid.

  • Moeilijk kunnen plassen. Dit is vooral belangrijk als u al moeite heeft met plassen door een vergrote prostaat.

    Neem contact op met uw arts als u dit merkt.

  • Huiduitslag, roodheid, jeuk, overmatig zweten of overgevoeligheid voor zonlicht.

    Overleg m et uw arts als u hier veel last van blijft houden. Als u overgevoelig bent voor zonlicht, blijf dan uit de directe zon. Of smeer u in met zonnebrandcrème met een hoge factor.

  • Maligne neurolepticasyndroom. Dit is te merken aan onverklaarbare koorts, erg stijve spieren, sufheid, hartkloppingen en ernstig zweten. 

    Neem bij deze verschijnselen direct contact op met uw arts. Als het optreedt, is dat meestal tijdens de eerste 2 weken van het gebruik. Of binnen 2 weken na een verhoging van de dosering.

  • Bloedstolsels in de bloedbaan (trombose). Mensen die al eerder trombose hebben gehad of die medicijnen gebruiken tegen trombose hebben hier meer kans op.

    Dit vergroot de kans op vaatziektes, zoals een trombosebeen of beroerte. De verschijnselen van trombose kunnen zijn pijnlijke zwelling van het been of plotselinge kortademigheid. Neem bij deze verschijnselen meteen contact op met uw arts. 

  • Hartritmestoornissen. U merkt dit soms alleen aan plotselinge duizelingen of als u even wegraakt. Vooral mensen met de hartritmestoornis verlengd QT-interval hebben hier meer kans op. 

    Gebruik dit medicijn NIET als u deze hartritmestoornis heeft.

  • Borstvorming (bij mannen) en melkafscheiding.

    Overleg met uw arts als u hier veel last van heeft.

  • Ontsteking van de lever. Bij geelzucht moet u direct een arts waarschuwen.

  • Droge mond, droge ogen en wazig zien.
    Vooral mensen met het syndroom van Sjögren kunnen meer klachten krijgen. Dit is een ziekte waarbij de slijmvliezen van onder andere ogen en mond droger zijn dan normaal.

    Dit medicijn vermindert de aanmaak van traanvocht en speeksel. Neem contact op met uw arts als u meer last heeft van oogirritatie of een droge mond.

  • Epileptische aanvallen

    Ook andere medicijnen tegen psychose hebben deze bijwerking. Artsen kiezen bij mensen met epilepsie vaak voor haloperidol.  Want het geeft minder kans op een aanval geeft dan de meeste andere medicijnen tegen psychose.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik haloperidol gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Andere medicijnen die het reactievermogen verminderen. Bij deze medicijnen is vaak op de verpakking een gele waarschuwingssticker geplakt. De effecten op bijvoorbeeld de rijvaardigheid versterken elkaar. Rijd geen auto als u meer van dergelijke medicijnen gebruikt.
  • Veel medicijnen tegen de ziekte van Parkinson, en haloperidol verminderen elkaars werking. Overleg met uw arts of u beide medicijnen kunt gebruiken. Mogelijk kan de arts de dosering van een van beide medicijnen verlagen. Of een ander antipsychoticum kiezen dat deze wisselwerking minder heeft.
    Als u wel beide medicijnen gaat gebruiken: overleg met uw arts als u (weer) dingen gaat denken of geloven die niet kloppen (wanen) en gaat zien, horen of voelen die er niet zijn (hallucinaties). Of als de verschijnselen van de ziekte van Parkinson verergeren.
  • Medicijnen met een verhoogd risico op hartritmestoornissen. Bij combinatie met haloperidol kan een ernstige hartritmestoornis ontstaan. Vooral bij vrouwen of bij mensen die ouder dan 70 jaar zijn of al een hartziekte hebben. Overleg hierover met uw arts of apotheker. Mogelijk controleert de arts uw hart met een hartfilmpje. Of schrijft hij een ander medicijn voor. U merkt een hartritmestoornis aan plotselinge duizelingen of korte tijd buiten bewustzijn raken. Neem direct contact op met uw arts als u dit merkt.
  • Sommige medicijnen tegen hiv (het virus waar aids van kunt krijgen). Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.
  • Sommige medicijnen tegen kanker. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat. De werking of bijwerkingen van deze medicijnen kunnen veranderen. Overleg hierover met uw arts.

Door de volgende medicijnen kan haloperidol sneller uit het lichaam verdwijnen. Het werkt dan slechter. Neem contact op met uw arts als u één van de volgende medicijnen gebruikt:

  • Hypericum (sint-janskruid), een kruidenmiddel tegen depressieve klachten.
  • De medicijnen tegen epilepsie carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne en primidon.
  • De medicijnen tegen tuberculose rifabutine en rifampicine.

Uw arts kan dan als dat nodig is de dosering van haloperidol aanpassen. Let u wel op dat als u met één van bovenstaande medicijnen stopt, het effect van haloperidol juist kan toenemen. Overleg daarom altijd eerst met uw arts als u met één van deze medicijnen wilt stoppen.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen als u dit medicijn gebruikt. Dit komt door bijwerkingen, zoals slaperig en in de war zijn.

Gebruikt u haloperidol af en toe of alleen voor een korte tijd?
U mag vanaf 3 dagen (72 uur) na de laatste inname weer autorijden. Meestal heeft dit medicijn dan geen invloed meer op het autorijden. Heeft u haloperidol bijvoorbeeld op dinsdag om 8 uur in de ochtend ingenomen? Dan mag u vrijdag na 8 uur in de ochtend weer autorijden. Maar doe dat alleen als u geen last meer heeft van de bijwerkingen.

Gebruikt u ook andere medicijnen die deze bijwerkingen geven? Let er dan op dat u meer last kunt hebben van deze bijwerkingen.

Moet u haloperidol elke dag gebruiken of gebruikt u de injecties?
U mag de eerste 2 weken dat u dit medicijn gebruikt niet autorijden. Rijd ook geen auto zolang de dosering nog omhoog gaat. Pas nadat u 2 weken dezelfde dosering heeft gebruikt, mag u weer autorijden. De meeste mensen zijn dan voldoende gewend geraakt aan de effecten. Maar doe dat alleen als u geen last meer heeft van de bijwerkingen.

Gebruikt u ook andere medicijnen die deze bijwerkingen geven? Let er dan op dat u meer last kunt hebben van deze bijwerkingen.

Let op! Krijgt u samen met de injecties ook de tabletten of drank? U mag NIET autorijden zolang u de injecties krijgt en ook de tabletten of drank gebruikt. Pas nadat u bent gestopt met de tabletten of drank en alleen de injecties gebruikt, mag u weer autorijden. Maar doe dat alleen als u geen last meer heeft van de bijwerkingen.

Let op: ook psychoses, schizofrenie of manie kunnen een reden zijn dat u niet mag autorijden. Overleg met uw arts of dat bij u het geval is. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde ziektes? Kijk dan op de website van het CBR.

Voor meer algemene informatie kunt u het thema ‘Medicijnen in het verkeer‘ lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) mag autorijden.

alcohol drinken?
Alcohol versterkt het versuffende effect van dit medicijn. Ook als u gewend bent geraakt aan dit medicijn, kunt u door het gebruik van alcohol erg suf worden. Beperk daarom het gebruik van alcohol en drink het liever niet.

roken?
Roken versnelt de afbraak van dit medicijn. Als u stopt met roken, kan de hoeveelheid van dit medicijn in het bloed toenemen. Hierdoor kan het sterker werken of bijwerkingen geven. Overleg met uw arts voordat u gaat stoppen met roken. Het kan nodig zijn dat uw arts de dosering dan verlaagt.
Overleg ook met uw arts als u lange tijd niet heeft gerookt en (weer) bent begonnen. Dan is het misschien nodig dat uw arts de dosering van dit medicijn juist verhoogt.

alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Meld het aan uw arts en apotheker als u zwanger bent, of binnenkort wilt worden.

Er is niet veel ervaring met het gebruik van dit medicijn tijdens de eerste 6 maanden zwangerschap (1e en 2e trimester). Er zijn geen aanwijzingen dat dit medicijn slecht is voor de zwangerschap of voor de baby.
Bij gebruik tijdens de laatste 3 maanden van de zwangerschap (3e trimester) kunnen na de geboorte bewegingsstoornissen en ontwenningsverschijnselen bij de baby ontstaan. Dit merkt u doordat de baby bijvoorbeeld prikkelbaar is, trilt, slecht drinkt en hard huilt.

Maar het niet behandelen van uw ziekte kan ook slecht zijn voor u en voorde baby. Een psychose tijdens de zwangerschap kan ernstige gevolgen hebben voor moeder en kind. Overleg daarom met uw arts over de voor- en nadelen.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. Het medicijn komt in een kleine hoeveelheid in de moedermelk. Er zijn tot nu toe geen bijwerkingen bij het kind gemeld. U kunt veilig borstvoeding geven, als u de baby goed controleert op niet goed willen drinken, sufheid en irritatie.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de goede dosering op het etiket van de apotheek.

Hoe?

  • Tabletten: innemen met een half glas water.
  • Drank: druppel deze in een half glas water. Drink dit dan op. U kunt dit medicijn ook innemen zonder water. Druppel de drank dan op een lepel.
  • Injecties: deze zal de arts of verpleegkundige geven. Meestal is dat elke 4 weken.

Hoelang?

Schizofrenie
Is de psychotische periode voorbij, dan zult u dit medicijn meestal nog lange tijd moeten gebruiken. Anders is de kans op een nieuwe psychose (terugval) groot. De arts zal de dosering in die periode meestal wel verlagen.

  • Heeft u voor het eerst een psychose heeft gehad? Dan moet u dit medicijn meestal nog tot 1 of 2 jaar na uw herstel gebruiken, voor u kunt proberen te stoppen. Alleen in uitzonderlijke gevallen, als u erg snel bent hersteld, kan worden geprobeerd een half jaar na herstel te stoppen. Dit moet dan wel onder goede begeleiding en de kans op terugval is dan nog steeds groter.
  • Heeft u al eerder een psychose gehad? Dan moet u meestal de rest van uw leven een antipsychoticum blijven gebruiken.

Manie
Als de ergste onrustige verschijnselen zijn verdwenen, kan de arts adviseren het gebruik van haloperidol langzaam af te bouwen. Lithium of valproïnezuur moet u dan meestal nog wel blijven gebruiken. Soms adviseert de arts om door te gaan met haloperidol, om een nieuwe manie te voorkomen.

Onrust
Haloperidol wordt meestal meerdere jaren gebruikt door mensen met ernstige onrust, agressiviteit of angst. De dosering wordt meestal wel verlaagd als de verschijnselen minder worden.

Tics en dwangstoornissen
Als het medicijn goed werkt, moet u het meestal meerdere jaren blijven gebruiken.

Ernstige misselijkheid 
Zolang u hier last van heeft.