Header afbeelding
Gezondheidscentrum Molenweg
Molenweg 60 4651 CM
Steenbergen

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

etelcalcetide

Etelcalcetide heeft invloed op de werking van de bijschildklieren.

Uw arts schrijft het voor bij teveel bijschildklierhormoon in het bloed bij mensen die nierdialyse krijgen door een nierziekte.

Wat doet etelcalcetide en waarbij gebruik ik het?

Nierziekten

Etelcalcetide wordt gebruikt bij mensen met teveel bijschildklierhormoon in het bloed, door een nierziekte waarvoor ze nierdialyse krijgen.

Oorzaak
Bij langdurige schade aan de nieren kunnen de hoeveelheden calcium en fosfaat in het bloed verstoord zijn. Vaak is er dan te weinig calcium en te veel fosfaat in het bloed. Als er veel te weinig calcium in het bloed zit maken de bijschildklieren meer bijschildklierhormoon (parathormoon of PTH). Zo proberen ze de hoeveelheid calcium in het bloed te verhogen. Het calcium hiervoor haalt het lichaam vooral uit de botten, waardoor deze eerder breken.

Verschijnselen
U kunt last hebben van de volgende verschijnselen:

  • tintelingen, krampen en spierzwakte;
  • hartvaatziekten;
  • botontkalking.

Werking
Etelcalcetide remt de aanmaak van het bijschildklierhormoon PTH. Hierdoor wordt er minder calcium uit de botten gehaald. Het werkt na ongeveer 30 minuten. Het maximale effect is na ongeveer 4 weken bereikt.

Lees meer over nierziekten . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals misselijk zijn, overgeven en diarree.

  • Spierkrampen
     

    Waarschuw uw arts als u hier last van heeft.

  • Te weinig calcium in het bloed. 

    • Krijgt u last van jeuk of tintelingen op de huid, onverklaarbare spierpijn, spierkrampen, spierschokken, epileptische aanvallen, hartkloppingen of een overslaand hart? Waarschuw dan uw arts. Deze verschijnselen kunnen komen door te weinig calcium.
    • Uw arts zal tijdens de behandeling uw bloed regelmatig controleren. Als de calcium in uw bloed laag blijft, dan kan uw arts besluiten de dosering van etelcalcetide te verlagen of de behandeling te stoppen.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Te weinig fosfaat of te veel kalium in het bloed. 

    Uw arts zal tijdens de behandeling uw bloed regelmatig controleren.

  • Doof of tintelend gevoel in handen of voeten.

    Waarschuw direct uw arts als u hier last van heeft.

  • Hoofdpijn

  • Spierpijn 

    Waarschuw direct uw arts als u hier last van heeft.

  • Lagere bloeddruk

  • Erger worden van hartfalen, doordat de hartspier minder werkt. 

    U merkt dat aan kortademig en benauwd zijn of het vasthouden van vocht (dikke enkels en voeten). Raadpleeg uw arts als u hier last van krijgt.

  •  Hartritmestoornissen door een langere QT-interval. 

    U merkt dit soms alleen aan plotse duizelingen of als u even wegraakt. Vooral mensen met de hartritmestoornis verlengd QT-interval hebben hier meer kans op. 

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Epileptische aanvallen

    Mensen met epilepsie kunnen meer aanvallen krijgen. Overleg hierover met uw arts.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. 

    • Dit merkt u aan huiduitslag en galbulten. Een ernstige overgevoeligheid merkt u aan benauwd zijn, flauwvallen of een opgezwollen gezicht, keel of tong. Ga dan meteen naar een arts of naar de Eerste-hulpdienst. 
    • Als u overgevoelig bent mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef dat door aan de apotheker. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.
  • Een bepaalde type botziekte.

    Dit kan ontstaan als de hoeveelheid bijschildklierhormoon (parathormoon of PTH) in uw bloed te laag wordt. Uw arts zal tijdens de behandeling uw bloed regelmatig controleren.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik etelcalcetide gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Burosumab, een medicijn gebruikt bij botziekten bij kinderen en jongvolwassenen die nog in de groei zijn. Als u dit tegelijk gebruikt met etelcalcetide, kunt u te weinig calcium in uw bloed krijgen. Als u start met burosumab moet de arts de hoeveelheid calcium en fosfaat in uw bloed extra controleren. Overleg hierover met uw arts.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

Ja, dat kan. U mag autorijden, en u mag eten en drinken zoals u normaal doet.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Gebruik dit medicijn NIET als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Meld het in elk geval aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Zo mogelijk kunt u (tijdelijk) overstappen op een ander medicijn.

Borstvoeding
Geef geen borstvoeding als u dit medicijn gebruikt. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt en of het schadelijk voor de baby is. Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. Mogelijk kan uw arts u (tijdelijk) een ander medicijn voorschrijven, waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken. Of u kunt flesvoeding geven.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Hoe?
Dit medicijn wordt in het ziekenhuis gegeven door een gespecialiseerde verpleegkundige of arts. U krijgt dit medicijn via de bloedlijn (de slang die u met de dialysemachine verbindt) die ook voor de nierdialyse wordt gebruikt.

Het kan zijn dat u tijdens de behandeling ook calcium of vitamine D moet innemen. Uw arts zal dit met u bespreken.

Wanneer?
U krijgt dit medicijn 3 keer per week aan het eind van uw nierdialyse.

Hoe lang?
Uw arts bepaalt hoe lang u dit medicijn moet gebruiken. Meestal moet u dit medicijn gebruiken zolang de oorzaak van het teveel aan calcium aanwezig is.