Header afbeelding
Gezondheidscentrum Molenweg
Molenweg 60 4651 CM
Steenbergen

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

atovaquon

Atovaquon remt de groei van parasieten.

Artsen schrijven het voor bij longontsteking door de pneumocystis-schimmel die kan ontstaan bij een infectie met het hiv. Hiv is het virus dat aids veroorzaakt.

Artsen schrijven het soms voor bij infecties met parasieten, zoals hersenontsteking door toxoplasmose-parasiet en om toxoplasmose of longontsteking door de pneumocystis-schimmel te voorkomen.

Wat doet atovaquon en waarbij gebruik ik het?

Hiv

Mensen die besmet zijn met het hiv (virus dat aids veroorzaakt) kunnen een verminderde afweer hebben. Hierdoor hebben zij meer kans op ernstige infecties door sommige ziekteverwekkers. Bijvoorbeeld longontsteking door pneumocystis-schimmels en hersenontsteking door toxoplasmose-parasiet (toxoplasmose). 

Kijk voor meer informatie bij Longontsteking enToxoplasmose.

Lees meer over hiv . “

Longontsteking

Atovaquon wordt gebruikt bij een longontsteking door een bepaalde schimmel, namelijk Pneumocystis. Deze longontsteking komt bijna alleen voor bij mensen met een erg verminderde weerstand, zoals bij mensen met hiv.

Verschijnselen
Bij mensen met een verminderde afweer kan de pneumocystis-schimmel ernstige longontsteking veroorzaken. U voelt zich dan flink ziek, heeft koorts en moet vaak hoesten. Het ademen kan pijnlijk zijn en vaak bent u benauwd.

Behandeling
Artsen schrijven atovaquon voor bij de behandeling van pneumocystis-longontsteking als u clotrimoxazol (antibioticum) niet mag gebruiken. Soms schrijven artsen atovaquon ook voor om deze longontsteking te voorkomen. 

Lees meer over longontsteking . “

Infecties met parasieten

Atovaquon werkt tegen bepaalde parasieten, bijvoorbeeld tegen de veroorzakers van toxoplasmose en babesiose (een ziekte overgebracht door teken).

Kijk voor meer informatie bij Toxoplasmose.
 

Lees meer over infecties met parasieten . “

Toxoplasmose

Toxoplasmose is een infectieziekte veroorzaakt door de parasiet Toxoplasma gondii. De parasiet leeft vooral in katten, maar kan ook leven in de mens en andere zoogdieren, zoals koeien, varkens en schapen.

Besmetting vindt plaats door het eten van besmet vlees wat onvoldoende is verhit of ongewassen groente en fruit. U kunt ook besmet raken door aanraking met besmette kattenpoep via de kattenbak of in de tuin.

Verschijnselen en behandeling
Meestal merkt u niets van een toxoplasmose-infectie, omdat er bijna nooit klachten zijn. Bij mensen met hiv kunnen de hersenen ontstoken raken. U kunt hierdoor hevige hoofdpijn krijgen en zich vreemd gedragen. In dat geval kan atovaquon worden gebruikt.

Artsen schrijven soms atovaquon ook voor om een infecties met toxoplasmose-parasiet te voorkomen bij mensen met hiv, omdat zij een verminderde afweer hebben.

Lees meer over toxoplasmose . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Misselijkheid. Zelden overgeven of diarree.

    Het helpt meestal als u dit medicijn met wat voedsel inneemt. Moet u binnen 1 uur na innemen van dit medicijn overgeven? Neem dan een nieuwe dosis. Anders werkt het onvoldoende.

  • Jeuk en huiduitslag.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Hoofdpijn en koorts.

    Als u hier last van blijft houden, neem dan contact op met uw arts.

  • Niet kunnen slapen

    Als u hier last van blijft houden, neem dan contact op met uw arts.

  • Bloedarmoede. U merkt dit aan snel moe voelen, een bleek gezicht hebben, moeite met ademen en hartkloppingen. 

    Raadpleeg uw arts als u deze verschijnselen krijgt.

  • Te weinig witte bloedcellen in uw bloed. U merkt dit aan keelpijn, koorts of kleine wondjes in uw mond.

    Witte bloedcellen beschermen het lichaam tegen ziektes. Bij te weinig witte bloedcellen wordt u sneller ziek. Krijgt u keelpijn, koorts of kleine wondjes in uw mond? Neem dan contact op met uw arts.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. U merkt dit aan huiduitslag, jeuk en galbulten.

    Overgevoeligheid voor dit medicijn. U merkt dit aan huiduitslag, jeuk en galbulten. Raadpleeg uw arts.

    In zeldzame gevallen ontstaat er opgezwollen lippen, tong of gezicht of flauwvallen. U kunt hierbij ook erg benauwd worden. Stop dan met het gebruik en waarschuw direct uw arts of ga naar de Eerste-hulpdienst. U mag dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheker door dat u overgevoelig bent voor atovaquon. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn of daarop lijkende medicijnen niet opnieuw krijgt.
     

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik atovaquon gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.

De belangrijkste wisselwerkingen met dit medicijn zijn de volgende.

  • Rifampicine en rifabutine (antibioticum) en metoclopramide (medicijn tegen misselijkheid) zorgen ervoor dat dit medicijn minder goed werkt. Overleg met uw arts of apotheker.
  • Sommige medicijnen tegen hiv. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

Autorijden
Ja, dat kan. Dit medicijn heeft geen invloed op hoe goed u kunt autorijden.

Alles eten en alcohol drinken??
U kunt dit medicijn het best innemen met een vetrijke maaltijd of met een zuiveldrank. Het medicijn wordt dan beter opgenomen in het bloed. Kijk voor meer informatie bij Hoe gebruik ik dit medicijn?

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Meld het aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent, of binnenkort wilt worden. Samen kunt u bespreken wat het risico voor de baby is als u doorgaat met het medicijn. Of wat het risico voor u of uw baby is als u met het medicijn stopt.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts of apotheker. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt en of het schadelijk voor de baby is. Mogelijk kunt u flesvoeding geven.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek of in de bijsluiter.

Hoe?
Drank: schud de fles voor gebruik. Meet de juiste hoeveelheid af met maatlepel of maatbeker.

Neem dit medicijn in met vetrijk voedsel of een zuiveldrank. Het medicijn wordt dan het best opgenomen en u heeft dan minder kans op misselijkheid. In een warme maaltijd zit het meeste vet en in zuiveldranken zit ook genoeg vet. Andere voorbeelden van vetrijk voedsel zijn kaas, chocola, vlees, noten en voedsel dat is gebakken in boter of olie.

Wanneer?
U gebruikt dit medicijn 1 of 2 keer per dag. Kies hiervoor vaste tijdstippen, dan vergeet u minder snel een dosis, bijvoorbeeld 's ochtends bij het ontbijt en/of 's avonds bij het avondeten.

Als u misselijk wordt en moet overgeven:

  • Als u minder dan 1 uur na innemen van dit medicijn moet overgeven werkt het onvoldoende. U moet dan een nieuwe dosis innemen.
  • Als u meer dan 1 uur na innemen van dit medicijn moet overgeven hoeft u geen nieuwe dosis te nemen.

Hoelang?
Bij een ontsteking gebruikt u dit medicijn altijd als een kuur. Houd er rekening mee dat u de kuur niet mag onderbreken en helemaal moet afmaken. Ook als u geen klachten meer heeft; dit betekent nog niet dat alle schimmels en parasieten verdwenen zijn.

  • Bij longontsteking door pneumocystis-schimmel: de kuur duurt 3 weken.
  • Bij hersenontsteking door toxoplasmose-parasieten: de kuur duurt 6 weken.
  • Om een infectie te voorkomen: u moet dit medicijn gebruiken zolang u kans heeft op de infectie. Bijvoorbeeld zolang u een verminderde afweer heeft.