Header afbeelding
Gezondheidscentrum Molenweg
Molenweg 60 4651 CM
Steenbergen

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

alemtuzumab

Alemtuzumab is een afweerremmer (immunosuppresivum). Het remt ontstekingen en afweerreacties van het lichaam. Het is ook een doelgericht kankerremmend medicijn (’targeted therapy’). Het remt de groei van kankercellen. Alemtuzumab is een zogenaamde biological. Dit betekent dat het door levende cellen in celkweken wordt gemaakt.

Artsen schrijven het soms voor bij multiple sclerose (MS), bij een niertransplantatie om afweerreacties te voorkomen en bij bepaalde vormen van bloedkanker (leukemie).

Wat doet alemtuzumab en waarbij gebruik ik het?

Multiple Sclerose (MS)

Bij multiple sclerose (MS) valt het eigen afweersysteem de beschermende laag rond zenuwen in de hersenen en het ruggenmerg aan. Hierdoor ontstaan ontstekingen en littekens in deze beschermende laag en werken sommige zenuwen minder goed of niet meer.

Verschijnselen
De klachten van MS zijn afhankelijk van de zenuwen die zijn aangedaan. Vaak begint MS met vermoeidheid en minder goed zien met één oog. Soms zijn er ook spierkrampen en gevoelsstoornissen, zoals tintelingen. De klachten kunnen aanvalsgewijs optreden of continu aanwezig zijn. Aanvallen worden ook wel ‘schubs’ genoemd. Bij ‘Relapsing Remitting’ MS (RRMS) treden perioden van aanvallen op, afgewisseld met perioden van herstel.

Behandeling
MS wordt behandeld door een neuroloog. Met de behandeling probeert de neuroloog nieuwe schubs te voorkomen. En ervoor te zorgen dat u uw dagelijkse activiteiten kunt blijven doen.

Om schubs te voorkomen schrijft de neuroloog bij MS meestal in het begin glatirameer of interferonen voor.  Als deze niet voldoende helpen, kan de neuroloog in enkele situaties alemtuzumab voorschrijven. Dit wordt de eerste dagen vaak gecombineerd met methylprednisolon, of met een combinatie van paracetamol en een anti-allergiemedicijn.
Daarnaast schrijft de arts een virussremmer voor, zoals aciclovir. Dit is om bepaalde virusinfecties, zoals koortslip (herpes) te voorkomen.

Werking
Hoe alemtuzumab werkt bij MS is niet precies bekend. Alemtuzumab remt mogelijk de werking van bepaalde witte bloedcellen die de ontsteking van de buitenste beschermlaag van de zenuwen veroorzaken. Alemtuzumab kan MS niet genezen. Het kan wel het aantal schubs verminderen. Alemtuzumab kan ook bepaalde symptomen van MS vertragen of stoppen.

Effect
Het kan een paar maanden duren voor u het effect merkt. U heeft dan minder vaak een schub.

Lees meer over multiple sclerose (ms) . “

Voorkomen van afweerreacties

Alemtuzumab wordt soms gebruikt na orgaantransplantatie met een nier van een donor.

Na een orgaantransplantatie ziet het eigen afweersysteem de orgaancellen van de donor als ‘vreemd’. Het wil ze dan opruimen, net zoals het doet bij bacteriën en virussen. Het getransplanteerde orgaan raakt hierdoor ontstoken en beschadigd. Dit heet afstoting.

Behandeling 
De arts schrijft alemtuzumab soms voor bij afstoting van de donornier. Dit is vaak in combinatie met een hoge dosis bijnierschorshormoon (corticosteroïd).

Na de behandeling met alemtuzumab schrijft de arts vaak ook medicijnen voor om infecties te voorkomen. Zoals antibiotica (tegen bacteriële infecties) en antivirale middelen (tegen virusinfecties).    

Na een niertransplantatie blijft de kans op afstoting bestaan. Daarom heeft u de rest van uw leven medicijnen nodig.

Werking
Alemtuzumab onderdrukt de lichaamseigen afweer tegen de donornier. Het voorkomt zo dat uw lichaam de nier afstoot.

Effect
Alemtuzumab onderdrukt uw lichaamseigen afweer maandenlang.

Lees meer over voorkomen van afweerreacties . “

Kanker

Kanker is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende aandoeningen, waarbij lichaamscellen zich ongeremd vermenigvuldigen. Het gevolg zijn tumoren (gezwellen) of afwijkingen in bloed en lymfebanen. Het is een ernstige ziekte die fataal kan zijn als men er niets aan doet. Dankzij nieuw onderzoek is tegenwoordig goede behandeling voor veel soorten kanker mogelijk.

Artsen schrijven alemtuzumab soms voor bij bepaalde vormen van bloedkanker (leukemie). Zoals B-cel chronische lymfatische leukemie (B-cel CLL) en T-cel prolymfocyten leukemie (T-cel PLL). Bij deze vormen van leukemie zijn er te veel van één bepaald type kwaadaardige witte bloedcellen aanwezig in het bloed, beenmerg, milt en lymfeklieren.

Verschijnselen
Kanker is een verraderlijke ziekte. Elke kankersoort veroorzaakt weer andere klachten. In het beginstadium zijn er vaak helemaal geen verschijnselen. Sommige klachten komen bij vrijwel alle kankersoorten voor. Zoals erge vermoeidheid, gebrek aan eetlust en sterke vermagering (bijvoorbeeld meer dan drie kilo per maand).

Leukemie kunt u onder andere merken aan vermoeidheid, duizeligheid, bleekheid en kortademigheid. En aan bloedingen (bloedneuzen, tandvleesbloedingen), onverklaarbare blauwe plekken en gezwollen lymfeklieren (in hals, onder de oksels en in de liezen). En aan meer infecties, pijn in de bovenbuik door een vergrote milt en lever en nachtzweten.

Behandeling
Artsen schrijven alemtuzumab soms voor bij bepaalde vormen van leukemie, zoals B-cel CLL en T-cel PLL. Bij B-cel CLL schrijft de arts meestal eerst een ander medicijn voor, namelijk fludarabine. Als dit niet goed werkt, schrijft de arts soms alemtuzumab voor. Bij T-cel PLL schrijft de arts alemtuzumab voor, soms in combinatie met fludarabine of pentostatine.

Tijdens de behandeling met alemtuzumab schrijft de arts vaak ook medicijnen voor om infecties te voorkomen. Zoals antibiotica (tegen bacteriële infecties) en antivirale middelen (tegen virusinfecties).

Werking
Alemtuzumab maakt de kankercellen kapot.  Alemtuzumab kan CLL en PLL meestal niet genezen. Het kan wel de klachten verminderen.

Lees meer over kanker . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven. Als u na het infuus last krijgt van de volgende klachten, neem dan direct contact op met uw arts: pijn op de borst, moeite met ademhalen, ophoesten van bloed, een scheve mond, plotselinge ernstige hoofdpijn, minder kracht aan 1 kant, problemen met praten, nekpijn, gele huid of ogen, donkere plas, snel bloeden of blauwe plekken krijgen, koorts met opgezwollen klieren of huiduitslag.

De belangrijkste bijwerkingen staan hieronder verder uitgelegd.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Heftige reactie op het infuus door overgevoeligheid voor dit medicijn, direct of binnen 24 uur na toediening van het infuus. De verschijnselen kunnen erg verschillen. U kunt bijvoorbeeld last krijgen van (ernstige) hoofdpijn, vermoeidheid, koorts, rillingen of misselijkheid. Maar ook kunt u huiduitslag met galbulten en jeuk krijgen. In zeldzame gevallen ontstaat een ernstige overgevoeligheid. Met zwelling van het gezicht, moeite met ademhalen, pijn op de borst en verandering van de bloeddruk.

    Als dit gebeurt tijdens een infuus, moet het direct worden gestopt. Om ernstige overgevoeligheid te voorkomen, schrijft de arts medicijnen voor om van te voren te gebruiken. Zo heeft u minder last van deze klachten. De arts of verpleegkundige zal u tijdens en tot tenminste 2 uur na het infuus controleren.

  • Meer kans op infecties door bacteriën, schimmels of virussen, zoals verkoudheid, griep en blaasontsteking. Maar ook andere infecties zijn mogelijk, bijvoorbeeld van de darmen. In zeldzame gevallen hersenvliesontsteking, ontsteking van de hersenen door het koortslip-virus of gordelroos-virus. Of een maagdarminfectie met de listeria-bacterie (listeriose). Krijgt u koorts, koude rillingen, spierpijn, nekstijfheid, kleine paarse huidbloedinkjes of andere verschijnselen van een infectie? Waarschuw dan direct uw arts.

    Infecties ontstaan eerder omdat de lichaamseigen afweer is verminderd. Mensen met een verminderde afweer mogen dit medicijn soms helemaal niet gebruiken. Dat is omdat de kans op gevaarlijke infecties bij hen te groot kan zijn. Van een verminderde afweer is bijvoorbeeld sprake bij een hiv-infectie of als u afweeronderdrukkende medicijnen gebruikt.

  • Minder rode en witte bloedcellen en minder bloedplaatjes. Hierdoor ontstaan bloedarmoede, bloedingen en infecties. Neem bij de volgende verschijnselen contact op met uw arts: extreme vermoeidheid, bleke huid, bleke slijmvliezen, bloedneuzen en onverklaarbare blauwe plekken. Waarschuw uw arts bij keelpijn en blaren in de mond. Krijgt u koorts (meer dan 38 graden), koude rillingen of verschijnselen van een infectie? Of wordt u kortademig en hoest u? Waarschuw dan altijd uw arts.

    De arts zal regelmatig uw bloed controleren. Soms is het nodig de dosering te verlagen of de behandeling te onderbreken.

  • Te trage of juist te snelle werking van de schildklier. U merkt een te snelle schildklier aan een snelle hartslag, gejaagd gevoel, een warm gevoel, zweten en gewichtsverlies. Een te langzame schildklier merkt u aan vermoeidheid, een koud gevoel en gewichtstoename. Merkt u dat u hier last van heeft? Raadpleeg dan uw arts. Zelden ontstaat er een ontsteking van de schildklier. U voelt zich dan grieperig met vermoeidheid, hoofdpijn, spierpijn en koorts. Na een paar dagen voelt u een pijnlijke zwelling in de hals en krijgt u slikproblemen. Waarschuw bij deze verschijnselen uw arts. In zeer zeldzame gevallen ontstaat er een auto-immuunziekte van de schildklier.

    Uw arts controleert voorafgaand, tijdens en na de behandeling regelmatig uw schildklierfunctie.

  • Versnelde hartslag. Zelden hartkloppingen en hoge bloeddruk. Uw arts zal uw bloeddruk regelmatig meten. In zeer zeldzame gevallen ontstaan er ernstige bijwerkingen. Zoals een hartinfarct, beroerte en longbloeding. Dit is vaak binnen 1 tot 3 dagen na toediening van het infuus. De verschijnselen hiervan zijn: een aanhoudende drukkende pijn op de borst, uitstralende pijn naar de armen en verlammingen in het gezicht (scheve mond bijvoorbeeld). En verward spreken en denken, verlammingen aan arm of been, uitval van delen van het gezichtsveld en tintelingen. En ophoesten van helderrood, schuimend bloed, benauwdheid en kortademigheid. Waarschuw dan onmiddellijk uw arts. Heeft u een hart- en vaatziekte? Zoals hartfalen, hartritmestoornissen, hoge bloeddruk, angina pectoris? Of heeft u ooit een hartaanval of beroerte gehad? Dan mag u dit medicijn niet gebruiken.

    Overleg met uw arts. Mogelijk kan uw arts een ander medicijn voorschrijven. Twijfelt u of u een hart- of vaatziekte heef of ooit heeft gehad? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken, diarree, de hik en buikpijn. Zeer zelden verstopping en brandend maagzuur.

  • Trillen, spier- en gewrichtspijn, spierspasmen, spierzwakte, pijn aan de ledematen (armen en benen), doof of tintelend gevoel in handen of voeten

  • Psychische klachten, zoals angst en depressie

    Als u te veel last heeft van deze bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts.

  • Verminderde leverwerking en leverontsteking (hepatitis). In zeer zeldzame gevallen ontstaat auto-immuun hepatitis (AIH). Dit is een auto-immuunziekte. Hierbij valt het lichaam de eigen lever aan, met als gevolg chronische leverontsteking. Meestal merkt u dat zelf niet, maar wordt het in een bloedonderzoek gezien. Uw arts zal de leverwaarden in het bloed regelmatig controleren. Waarschuw uw arts bij een gele kleur van uw huid en oogwit (geelzucht), donkere urine of bleke ontlasting.

  • Verminderde nierwerking, ontsteking van de nieren en afwijkingen in urine. Zeer zelden nierstenen. Waarschuw uw arts als u verschijnselen heeft, zoals gewichtstoename binnen een paar dagen en dikke enkels of onderbenen. En minder plassen, vaak kleine beetjes plassen en pijn bij het plassen. En heftige pijnaanvallen in uw zij of buik, schuimende, troebele urine of bloed in de urine en koorts.

    Uw arts zal regelmatig controleren of uw nieren nog goed werken. Bescherm uw nieren door voldoende te drinken. Vraag bij uw arts na hoeveel u per dag moet of mag drinken.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Verschijnselen van diabetes (suikerziekte). U merkt dit aan veel dorst, veel moeten plassen en een zoet ruikende adem en zoet of fruitig ruikende urine. Waarschuw bij deze verschijnselen uw arts. Heeft u diabetes en gebruikt u dit medicijn? Mogelijk heeft u tijdens de behandeling meer insuline of glucoseverlagers nodig. Meet extra vaak uw bloedglucose.

  • Heeft u een andere auto-immuunziekte dan MS? Dan mag u dit medicijn niet gebruiken. U heeft een verhoogd risico op het ontwikkelen van andere auto-immuunziekten.

    Overleg met uw arts. Mogelijk kan uw arts een ander medicijn voorschrijven.

  • In zeer zeldzame gevallen ontstaat er hemofagocytaire lymfohistiose (HLH). Dit is een ernstige auto-immuunziekte. Als u last krijgt van meerdere verschijnselen, zoals koorts, gezwollen lymfeklieren en onverklaarbare blauwe plekken, waarschuw dan direct uw arts.

    Dit ontstaat doordat het afweersysteem lichaamseigen cellen en stoffen als lichaamsvreemd ziet en deze aanvalt. Bij HLH zijn er teveel bepaalde witte bloedcellen (histiocyten) in het lichaam ongewenst actief. En is het risico op ontstekingen verhoogd. Dit kan dodelijk zijn als het niet vroeg herkend en behandeld wordt.

  • Virusinfectie in de hersenen (dit heet PML). De verschijnselen van deze ernstige infectie kunnen lijken op een MS-schub. Raadpleeg daarom altijd uw arts als u een verergering van MS-achtige klachten bemerkt.

    Voor u begint met dit medicijn, zal de arts een MRI-scan maken. Deze MRI-scan moet in elk geval jaarlijks worden herhaald. Zo kan de arts kijken of er belangrijke veranderingen in uw hersenen optreden die mogelijk door dit medicijn komen. Ook zal de arts uw bloed regelmatig onderzoeken op aanwezigheid van virussen.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik alemtuzumab gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Vaccins. Overleg met uw arts als u gevaccineerd gaat worden. Bepaalde vaccins mag u niet gebruiken. Alemtuzumab vermindert de werkzaamheid van deze vaccins en verhoogt de kans op bijwerkingen. Het gaat om onder andere het bof-mazelen-rodehondvaccin (BMR-vaccin), gelekoortsvaccin, rotavirusvaccin en tuberculosevaccin (BCG-vaccin).
    Bij andere vaccins moet u soms een extra vaccinatie krijgen of moet uw bloed onderzocht om te kijken of het vaccin goed heeft gewerkt. Dit betreft onder andere het griepvaccin (influenzavaccin), tetanusvaccin en het baarmoederhalskankervaccin (papillomavirusvaccin).

Twijfelt u eraan of de bovenstaande wisselwerking voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

Autorijden?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Alcohol drinken?
Alcohol irriteert de slijmvliezen van maag en darmen. Het vergroot daardoor de kans op bijwerkingen. Bovendien is alcohol slecht voor de lever. Alemtuzumab kan in sommige gevallen leverontsteking (hepatitis) of een verminderde werking van de lever veroorzaken. Het gebruik van alcohol is daarom niet aan te raden.

Alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Overleg met uw arts of apotheker. Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. U kunt dit medicijn daarom beter NIET gebruiken als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Bespreek met uw arts of apotheker een betrouwbare anticonceptiemethode tijdens het gebruik van alemtuzumab en tot en met 6 maanden nadat u bent gestopt met dit medicijn.
Gebruikt u dit medicijn en bent u al zwanger geworden? Overleg dan meteen met uw arts. Samen kunt u bespreken wat het risico voor de baby is als u doorgaat met het medicijn. Of wat het risico voor u is als u met het medicijn stopt.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u borstvoeding geeft. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt en of dit schadelijk voor de baby is. Na het stoppen van de behandeling mag u tot 4 maanden na de behandeling geen borstvoeding geven. Mogelijk kan de arts u (tijdelijk) een ander medicijn voorschrijven, waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken. Of u kunt flesvoeding geven.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Hoe?
Dit medicijn wordt door een arts of verpleegkundige in het ziekenhuis gegeven.
Bij afstoting na een niertransplantatie wordt het via een injectie onder de huid gegeven.
Bij MS en leukemie wordt het via een infuus gegeven.
Na het infuus moet u meestal nog tot 2 uur onder medisch toezicht blijven. Want er kan een heftige reactie op het infuus optreden (zie Bijwerkingen).

Wanneer?
Dit medicijn wordt bij de verschillende aandoeningen volgens verschillende schema’s gegeven:

  • Bij MS krijgt u een behandeling van 2 kuren. Tijdens de eerste behandelingskuur krijgt u één infuus per dag gedurende 5 dagen. De tweede behandelingskuur is pas een jaar later. U krijgt dan één infuus per dag gedurende 3 dagen. Tussen de twee kuren wordt u niet behandeld met dit medicijn.
  • Bij leukemie krijgt u meestal 3 keer in de week een infuus. Hoeveel weken de behandeling duurt, hangt af van hoe u op het medicijn reageert. Bij B-cel CLL duurt het maximaal 12 weken, en bij T-cel PLL maximaal 16 weken.
  • Bij afstoting na een niertransplantatie krijgt u dit medicijn éénmalig toegediend.

Hoe lang?
Bij MS moet na de eerste twee kuren duidelijk merkbaar zijn dat het medicijn werkt. Als u na de eerste twee kuren toch nog symptomen van MS heeft, kan de arts besluiten één of twee extra behandelingskuren te geven. Tijdens de extra kuur krijgt u één infuus per dag gedurende 3 dagen toegediend. Tenminste 12 maanden na de vorige kuur.

Bij bloedkanker zoals B-cel CLL en T-cel PLL is het afhankelijk van het beloop van uw ziekte hoe lang u dit medicijn moet gebruiken. Uw arts zal regelmatig uw bloed controleren om te zien of dit medicijn werkt. Als u goed reageert op dit medicijn, wordt de behandeling na maximaal 12 tot 16 weken stopgezet. Als u na ongeveer 4 weken niet goed reageert op dit medicijn of als uw ziekte verergert, heeft verdere behandeling geen zin. De behandeling wordt dan stopgezet.

Bij afstoting na een niertransplantatie wordt dit medicijn éénmalig gegeven.