Header afbeelding
Gezondheidscentrum Molenweg
Molenweg 60 4651 CM
Steenbergen

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Medische encyclopedie > Klachten zoeken > Klachten overzicht > Voorkomen van zwangerschap

Inhoud

Voorkomen van zwangerschap

Wat is voorkomen van zwangerschap?

Een voorbehoedmiddel voorkomt dat je zwanger wordt als je seks hebt. 
Voorbehoedmiddelen noemen we ook anticonceptie.

Elk voorbehoedmiddel werkt anders. 

Er zijn middelen met hormonen en middelen zonder hormonen.

  • Hormonen komen in je bloed, dat zorgt ervoor dat je tijdelijk niet zwanger kunt worden. De hormonen kunnen op verschillende manieren in je bloed komen. Bijvoorbeeld door een pil te slikken. Of via je huid (hormoonpleister). Of via een prik in je spier (prikpil). 
  • Voorbeelden van voorbehoedmiddelen zonder hormonen zijn condooms en het koperspiraal.

Het verschilt per voorbehoedmiddel hoe goed het zwangerschap voorkomt.

Deze beschermen het beste tegen zwangerschap: het spiraaltje, de pil (combinatiepil), de minipil, de prikpil, het hormoonstaafje, de hormoonring en de hormoonpleister. 

Kan ik er zelf iets tegen doen?

Wat kan de apotheker voor mij doen?

Er zijn veel manieren om een zwangerschap te voorkomen. Twijfelt u over welke voorbehoedmiddel het beste bij u past? Uw apotheker helpt u graag bij het maken van een keuze. Uw apotheker kan u adviseren over welke voorbehoedmiddel het meest geschikt voor u is.

Gebruikt u een voorbehoedmiddel en wilt u zwanger worden? Geef dit door aan uw apotheker. Uw apotheker kan u helpen met het stoppen van de voorbehoedmiddel. Uw apotheker kan u ook adviseren over het veilig gebruiken van medicijnen tijdens uw zwangerschap.

Uw apotheker zorgt ervoor dat u uw medicijnen goed en veilig kunt gebruiken. Het maakt niet uit of u een medicijn korte tijd of langdurig nodig heeft.

  • Receptcontrole

De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.

  • Overzicht van uw medicijnen

Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.

  • Delen van informatie over uw medicijnen met andere zorgverleners

Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.

  • Begeleiding bij nieuwe geneesmiddelen

Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.

  • Ondersteuning als u uw medicijnen weleens vergeet in te nemen

De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.

  • Persoonlijk gesprek over uw medicijnen

Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.

  • Medicatiebeoordeling

Uw apotheker en huisarts kunnen u uitnodigen voor een gesprek over uw medicijnen. Dit is mogelijk bij patiënten ouder dan 65 jaar die langdurig meer dan 5 medicijnen gebruiken. Samen met u bespreken ze of er verbetering mogelijk is. Als u bijvoorbeeld last hebt van bijwerkingen van een medicijn kan het soms vervangen worden door een ander medicijn.

  • Zelfzorg

Bij de apotheek kunt u terecht voor advies over medicijnen die u zonder recept (= zelfzorgmedicijnen) kunt kopen, voor verbandmiddelen en cosmetica. De apotheek kan zelfzorgmedicijnen voor u opnemen in uw medicatiedossier. Dan kan de apotheker controleren of u ze veilig samen met uw receptmedicijnen kunt gebruiken.

  • Bezorgservice

Bent u moeilijk ter been? Informeer bij uw apotheek of zij uw medicijnen bij u thuis kunnen bezorgen.

In welke gevallen kan ik beter naar de huisarts gaan?

Welke medicijnen worden gebruikt bij

Anticonceptiepil
De combinatie-anticonceptiepil bevat oestrogeen- en progestageenhormonen die ervoor zorgen dat de eisprong wordt geremd en er geen eicel vrijkomt tijdens de cyclus. Bovendien maken ze de slijmprop in de baarmoederhals moeilijk doordringbaar voor zaadcellen. Ook de binnenkant van de baarmoeder wordt minder geschikt voor innestelen van een eventueel bevruchte eicel. Hierdoor wordt een mogelijke bevruchting voorkomen. Er zijn verschillende soorten.

Eenfasepil
Bij de eenfasepil hebben alle tabletten of dragees dezelde hoeveelheid oestrogeen en progestageen. Na het einde van de strip volgt er een stopweek, waarin u geen pil slikt en waarin u een bloeding krijgt. Deze eenfasepillen wordt op basis van hoeveelheid oestrogeen onderverdeeld in:

  • Sub-30-pil: bevat 20 microgram oestrogeen. Voorbeelden zijn Lovette en Mercilon.
  • Sub-50-pil: bevat 30-37.5 microgram oestrogeen. Voorbeelden zijn Minulet, Marvelon, Microgynon 30, Stediril 30 en Yasmin.
    Cyproteron/ethinylestradiol valt ook onder deze groep. Maar deze pil is niet bedoeld als anticonceptiepil. Want cyproteron/ethinylestradiol geeft een hoger risico op trombose dan andere anticonceptiepillen. Het mag alleen gebruikt worden tegen zware vormen van acne en overmatige haargroei.
  • 50-pil: bevat 50 microgram oestrogeen. Voorbeeld is Microgynon 50.

Eenfasecombinatiepil met placebo
Er zijn een paar anticonceptiepillen waarbij u eerst 24 dagen lang de pil slikt en vervolgens 4 dagen een pil met een andere kleur. Deze laatste 4 pillen bevatten geen werkzame stof (placebopil). In de periode dat u deze placebopillen slikt, krijgt u een bloeding. Daarna volgt er geen stopweek, maar gaat u meteen door met de volgende strip.

Voorbeelden zijn Yaz en Zoely.

Eenfasecombinatiepil, 12 weken continu (met in de stopweek een lage dosis oestrogeenhormoon)
Er is een anticonceptiepil die u 12 weken achtereen slikt, met daarna een week een pil met lage hoeveelheid oestrogeenhormoon. In deze week krijgt u de onttrekkingsbloeding. U heeft dus nog maar 4 keer per jaar een menstruatie.

Voorbeeld is Seasonique.

Driefasencombinatiepil
Bij de driefasenpil hebben de pillen in de strip drie verschillende samenstellingen, herkenbaar aan de kleur. Door de wisselende samenstelling van de driefasenpil wordt de natuurlijke verandering van de hormonen tijdens een cyclus nagebootst.

De hoeveelheid progestageen wordt verhoogd bij overgang van de eerste naar de tweede fase en van de tweede naar de derde fase. De hoeveelheid oestrogeen is in de tweede fase verhoogd of is in alle fasen dezelfde. Na het einde van de strip volgt er een stopweek, waarin u geen pil slikt en waarin u een bloeding krijgt.

Voorbeelden zijn Trigynon en Trinordiol.

Meerfasen combinatiepil met placebo
Er is een anticonceptiepil die in totaal 5 verschillende kleuren pillen bevat: de eerste 4 kleuren pillen van de strip bevatten werkzame stof in verschillende samenstellingen en de vijfde kleur bevat geen werkzame stof (placebopil). In de periode dat u de placebopillen slikt, krijgt u een bloeding. Daarna volgt er geen stopweek, maar gaat u meteen door met de volgende strip.

Voorbeeld is Qlaira.

Minipil
De minipil bevat alleen progestageen en wordt elke dag zonder stopweek geslikt. De minipil bevat, in tegenstelling tot de overige anticonceptiepillen (combinatiepillen), geen oestrogeenhormoon. De minipil is iets minder betrouwbaar dan de gewone combinatiepillen. Daarom is het belangrijk de minipil elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip in te nemen. Voorbeeld is Cerazette.

Prikpil
De prikpil bevat alleen progestageen en wordt elke twaalf weken als injectie in de bilspier, of soms de bovenarm, toegediend.

Voorbeeld is Depo-Provera.

Hormoonspiraaltje
Een hormoonspiraal wordt in de baarmoeder ingebracht en bevat alleen progestageen. Dit progestageen wordt gedurende vijf jaar langzaam afgegeven. Na vijf jaar jaar moet een nieuw hormoonspiraaltje worden ingebracht.

Voorbeeld is Mirena.

Koperspiraaltje
Een koperspiraal wordt in de baarmoeder ingebracht en bevat koper. Het bevat geen hormonen. Het maakt zaadcellen die de baarmoeder binnenkomen onvruchtbaar. Ook maakt het de binnenkant van de baarmoeder minder geschikt voor het innestelen van een eventueel bevruchte eicel. Na 5 tot 10 jaar moet een nieuw koperspiraaltje worden ingebracht.

Voorbeeld is Gynefix.


Implantaat
Een staafvormig implantaat wordt onder de huid aan de binnenzijde van de bovenarm ingebracht en bevat alleen progestageen. Dit progestageen wordt gedurende drie jaar langzaam afgegeven. Na drie jaar moet een nieuw implantaat worden ingebracht.

Voorbeeld is Implanon.

Vaginale ring
De vaginale ring bevat zowel oestrogeen als progestageen hormonen. Hij moet drie weken blijven zitten, waarna in de week zonder de ring een onttrekkingsbloeding optreedt.

Voorbeeld is Nuvaring.

Pleister
De anticonceptie pleister bevat zowel oestrogeen als progestageen hormonen. De pleister moet men wekelijks vervangen gedurende drie weken, waarna in een week zonder de pleister een onttrekkingsbloeding optreedt. Voorbeeld is Evra.

Morning-afterpil en morning-afterspiraal
Zie hiervoor de tekst Noodanticonceptie.