Header afbeelding
Gezondheidscentrum Molenweg
Molenweg 60 4651 CM
Steenbergen

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Medische encyclopedie > Klachten zoeken > Klachten overzicht > Hartinfarct (hartaanval)

Inhoud

Hartinfarct (hartaanval)

Wat is hartinfarct (hartaanval)?

De hartspier heeft zuurstof nodig om goed te werken. Bloed brengt zuurstof naar de hartspier. Het bloed stroomt door bloedvaten die aan de buitenkant van het hart liggen. Deze bloedvaten heten kransslagaders.

Soms zit een van de kransslagaders voor een deel of helemaal dicht. Dit komt meestal doordat er een bloedprop in zit. Dan kan er te weinig bloed met zuurstof bij een deel van het hart komen. In dat deel van de hartspier gaan cellen kapot. Daardoor werkt de hartspier minder goed. Dit is een hartaanval (hartinfarct).

Per jaar krijgen 6 van de 1000 mannen en 3 van de 1000 vrouwen een hartaanval.

Kan ik er zelf iets tegen doen?

Wat kan de apotheker voor mij doen?

Speciaal bij hartinfarct

  • Bloeddruk meten

Een hoge bloeddruk zorgt voor een hoger risico op andere hart- en vaatziekten. Na een hartinfarct is dit risico ook verhoogd. Het is daarom belangrijk dat uw bloeddruk in de gaten wordt gehouden. In sommige apotheken kan de apotheker uw bloeddruk meten. Ook kunt u zelf thuis uw bloeddruk meten, door gebruik te maken van een bloeddrukmeter. Uw apotheker kan u begeleiden in het zelf meten van uw bloeddruk.

  • Stoppen met roken

Roken zorgt voor een hoger risico op andere hart- en vaatziekten. Na een hartinfarct is dit risico ook verhoogd. Daarom is het belangrijk te stoppen met roken. In de apotheek kunt u nicotinevervangende middelen kopen die u kunnen helpen bij het stoppen met roken. Uw apotheker kan u advies geven over het gebruik van deze middelen.

Roken kan ook de afbraak van bepaalde medicijnen versnellen. Als u stopt met roken, kan de hoeveelheid van die medicijnen in het bloed toenemen. Hierdoor kunnen ze sterker werken of bijwerkingen geven. U heeft dan een lagere dosering nodig. Geef het dus aan uw apotheker door als u stopt met roken. De apotheker kan dan controleren of de dosering van uw medicijn omlaag moet en dit doorgeven aan uw arts.

Uw apotheker zorgt ervoor dat u uw medicijnen goed en veilig kunt gebruiken. Het maakt niet uit of u een medicijn korte tijd of langdurig nodig heeft.

  • Receptcontrole

De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.

  • Overzicht van uw medicijnen

Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.

  • Delen van informatie over uw medicijnen met andere zorgverleners

Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.

  • Begeleiding bij nieuwe geneesmiddelen

Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.

  • Ondersteuning als u uw medicijnen weleens vergeet in te nemen

De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.

  • Persoonlijk gesprek over uw medicijnen

Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.

  • Medicatiebeoordeling

Uw apotheker en huisarts kunnen u uitnodigen voor een gesprek over uw medicijnen. Dit is mogelijk bij patiënten ouder dan 65 jaar die langdurig meer dan 5 medicijnen gebruiken. Samen met u bespreken ze of er verbetering mogelijk is. Als u bijvoorbeeld last hebt van bijwerkingen van een medicijn kan het soms vervangen worden door een ander medicijn.

  • Zelfzorg

Bij de apotheek kunt u terecht voor advies over medicijnen die u zonder recept (= zelfzorgmedicijnen) kunt kopen, voor verbandmiddelen en cosmetica. De apotheek kan zelfzorgmedicijnen voor u opnemen in uw medicatiedossier. Dan kan de apotheker controleren of u ze veilig samen met uw receptmedicijnen kunt gebruiken.

  • Bezorgservice

Bent u moeilijk ter been? Informeer bij uw apotheek of zij uw medicijnen bij u thuis kunnen bezorgen.

In welke gevallen kan ik beter naar de huisarts gaan?

Krijgt u weer dezelfde klachten als bij uw hartaanval?

Bel 112 bij 1 of meer van deze klachten:

  • U bent onrustig en misselijk. En u zweet.
  • De druk in uw borst is niet weg na 3 keer een pil of spray onder de tong (tussendoor steeds 5 minuten wachten, niet 3 pillen of sprays tegelijk).

Bel direct uw huisarts of de huisartsenpost in deze situaties:

  • als u vaker klachten krijgt dan u gewend was
  • als u al klachten krijgt wanneer u weinig doet
  • als de klachten langer duren nadat u rustig bent gaan zitten of liggen
  • als u steeds vaker een pil of spray onder de tong nodig heeft

Uw huisarts kijkt dan of u meer medicijnen nodig heeft. Of de huisarts stuurt u naar de hartspecialist.

Welke medicijnen worden gebruikt bij

Geneesmiddelen bij een hartinfarct worden meestal preventief gebruikt. Dat wil zeggen dat ze worden gebruikt om de kans op een hartinfarct te verkleinen. Deze geneesmiddelen worden voorgeschreven aan mensen die een verhoogd risico hebben op een hartinfarct, bijvoorbeeld mensen die al eerder een hartinfarct hebben gehad.

Antistollingsmiddelen
Antistollingsmiddelen remmen de vorming van bloedpropjes af en verminderen zo de kans op afsluiting van een bloedvat. Hierdoor wordt de kans op het krijgen van een hartinfarct verkleind. Voorbeelden zijn acetylsalicylzuur, acenocoumarol, carbasalaatcalcium, clopidogrel, dalteparine, enoxaparine, fenprocoumon, heparine, prasugrel, rivaroxaban en ticagrelor.

ACE-remmers
ACE-remmers verlagen de bloeddruk en verbeteren de pompkracht van het hart. Hierdoor verbetert de werking van het hart. De kans om (opnieuw) een hartinfarct te krijgen wordt kleiner. Voorbeelden zijn captopril, enalapril, lisinopril, ramipril, trandolapril en zofenopril.

Bètablokkers
Bètablokkers verlagen de bloeddruk, vertragen de hartslag en verminderen de zuurstofbehoefte van het hart. De kans om (opnieuw) een hartinfarct te krijgen wordt kleiner. Voorbeelden zijn atenolol, metoprolol en propranolol.

Eplerenon
Eplerenon wordt gebruikt bij ernstig hartfalen door een recent hartinfarct. Het verbetert de pompkracht van het hart, waardoor het hart beter werkt. De kans om aan een hartziekte te overlijden is dan kleiner.

Calciumblokkers
Calciumblokkers verlagen de bloeddruk, verminderen de zuurstofbehoefte van het hart en beïnvloeden de hartslag. Hierdoor wordt de kans op het krijgen van een nieuw hartinfarct verkleind. Deze middelen worden alleen voorgeschreven als andere geneesmiddelen niet in aanmerking komen. Voorbeeld is verapamil.

Colchicine
Colchicine vermindert ontstekingen. Ontstekingen die lange tijd bestaan kunnen de verkalking van uw aderen verergeren. Colchicine heeft daarmee een remmende werking op de verkalking van uw aderen. En op de vernauwing van de bloedvaten. Hierdoor wordt de kans op het krijgen van een nieuw hartinfarct verkleind.